ECLI:NL:RBROT:2018:4062

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 mei 2018
Publicatiedatum
24 mei 2018
Zaaknummer
6430474 CV EXPL 17-7963
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanneming van werk en tekortkomingen in uitvoering door aannemer

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter mr. P. Joele, gaat het om een geschil tussen de vennootschap onder firma Onkruijt & van Kooten v.o.f. en een gedaagde, die in persoon procedeert. De zaak betreft een overeenkomst tot aanneming van werk waarbij Onkruijt & van Kooten stucadoorswerkzaamheden heeft verricht in de nieuwbouwwoning van de gedaagde. De gedaagde heeft de werkzaamheden als ondeugdelijk ervaren en heeft Onkruijt & van Kooten in gebreke gesteld. De kantonrechter heeft de procedure op 3 mei 2018 behandeld en de vorderingen van beide partijen beoordeeld. Onkruijt & van Kooten vorderde betaling van een bedrag van € 1.545,45, terwijl de gedaagde in reconventie een bedrag van € 10.426,55 vorderde wegens tekortkomingen in de uitvoering van de werkzaamheden. De kantonrechter oordeelde dat Onkruijt & van Kooten niet in verzuim was geraakt en dat de gedaagde niet voldoende bewijs had geleverd voor zijn vorderingen. Uiteindelijk werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 1.059,60 aan Onkruijt & van Kooten, vermeerderd met wettelijke rente, en werd de vordering in reconventie afgewezen. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
zaaknummer: 6430474 CV EXPL 17-7963
uitspraak: 3 mei 2018

vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,

in de zaak van

de vennootschap onder firma Onkruijt & van Kooten v.o.f.,

h.o.d.n. Stucadoorsbedrijf Onkruit,
gevestigd te [plaatsnaam],
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
gemachtigde: de Kantonshop,
tegen

[gedaagde],

wonende te [plaatsnaam],
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
in persoon procederend.
Partijen worden hierna aangeduid als Onkruijt & van Kooten en [gedaagde].

Verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
het exploot van dagvaarding van 26 oktober 2017, met producties;
de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie, met producties;
de conclusie van repliek in conventie, tevens conclusie van antwoord in reconventie, met producties;
de conclusie van dupliek in conventie, tevens conclusie van repliek in reconventie, met producties;
de conclusie van dupliek in reconventie, met producties.

Omschrijving van het geschil

1. De feiten

1.1
Onkruijt & van Kooten en [gedaagde] hebben een overeenkomst tot aanneming van werk gesloten. Onkruijt & van Kooten heeft in de periode vanaf maart/april 2017 stucadoorswerkzaamheden verricht in de nieuwbouwwoning van [gedaagde].
1.2
Op 10 januari 2017 heeft [gedaagde] de (aangepaste) offerte van Onkruijt & van Kooten akkoord bevonden. De offerte luidt – voor zover relevant – (rode tekst overeenkomstig het origineel):

Uit te voeren werkzaamheden. Wanden (320m²) + plafonds (130m²) + (450m²) latexspuiten
Leveren en aanbrengen divers afplak en afdekmateriaal teneinde om vervuiling te voorkomen.
1. Het aanbrengen van de hecht primer (Stucprimer op beto contact).
2. Het aanbrengen van de stuclaag (MP75).
3. Het aanbrengen van de latexspuit (SPS 2525).
4. Het aanbrengen van hoekstrips, gaas/pantsergaas etc.
5. Het opruimen en afvoeren van het bouw vuil.
Stucen:
Wanden: €3200,00
Plafonds: €1560,00

Optie:

Latexspuiten wanden: €1280,00
Latexspuiten plafonds: €520,00
De bovengenoemde werkzaamheden conform de uitvoering en materialen, kunnen wij u aanbieden voor een vast bedrag van: €6560,00 exclusief 6% btw.”
1.3
Onkruijt & van Kooten heeft op 15 maart en 7 april 2017 facturen gestuurd aan [gedaagde] voor een totaal bedrag van € 5.618,- inclusief BTW. [gedaagde] heeft dit bedrag op 13 april 2017 betaald.
1.4
Door Voordelig Latex Spuiten is op 25 april 2017 een schaderapport opgemaakt en verzonden aan [gedaagde]. De conclusie van dit rapport komt erop neer dat er sprake is van vochtblazen in het latexspuitwerk, een wolkenpatroon in het latexspuitwerk plafond van de woonkamer en beschadigingen op de (slaapkamer)wanden. Volgens het rapport dient de latex van de wanden en plafonds verwijderd te worden en opnieuw aangebracht. Het totale schadebedrag voor 450 m² bedraagt volgens het rapport € 10.617,75 inclusief BTW.
1.5
[gedaagde] heeft op 26 april 2017 een brief gestuurd naar Onkruijt & van Kooten. De inhoud van deze brief luidt – voor zover relevant –:
“[…]
Helaas heb ik moeten constateren dat u de stuc- en spuitwerkzaamheden niet binnen de overeengekomen uitvoeringsduur en bovenal niet deugdelijk heeft uitgevoerd. Een en ander wordt ook bevestigd door een deskundige die ter plekke de situatie heeft bekeken en tot de volgende bevindingen is gekomen:
i) het door u aangebrachte stucwerk bevatte nog te veel te vocht toen u de hechtprimer aanbracht, waardoor het vocht niet op een natuurlijke manier kon verdampen als gevolg waarvan er in de gehele woning vochtblaasjes zijn ontstaan op de wanden en plafonds;
ii) het plafond van de woonkamer vertoont een vlekkerig patroon, hetgeen wordt
veroorzaakt door het niet fixeren van de ondergrond en het toepassen van een
ongeschikte latex;
iii) er zijn beschadigingen midden op de wanden van de slaapkamers geconstateerd.
Het rapport van de deskundige treft u aan als bijlage bij deze brief.
Het vorenstaande levert een tekortkoming op in de nakoming van uw contractuele
verplichtingen uit hoofde van de eerder genoemde overeenkomst. Door middel van deze
brief stel ik u in de gelegenheid alsnog uw contractuele verplichtingen na te komen. Daartoe
dient u zorg te dragen voor een deugdelijk herstel van de hiervoor beschreven schade, welk
herstel ten minste dient te bestaan uit (i) het volledig verwijderen van het aangebrachte
latex spuitwerk (zodat het vocht in de wanden en plafonds kan verdampen en (ii) het
opnieuw aanbrengen van het spuitwerk.
Uit coulance ben ik evenwel bereid om de kosten voor het opnieuw aanbrengen van het
spuitwerk voor eigen rekening te nemen, mits u:
i) zorg draagt voor de volledige en deugdelijke verwijdering van het door u aangebrachte
spuitwerk
uiterlijk op woensdag 10 mei 2017en vóór aanvang van de desbetreffende
herstelwerkzaamheden een plan van aanpak aan ondergetekende ter hand stelt waaruit
de deugdelijkheid van de door u beoogde wijze van herstel blijkt;
of
ii) de deskundige blijkens het eerder genoemde rapport geraamde kosten die gepaard gaan
met de verwijdering van het door u aangebrachte spuitwerk (450 m2 * EUR 9,50 = EUR
4.275,- exclusief BTW = EUR 5.172,75 inclusief BTW
) uiterlijk op woensdag 10 mei 2017
voldoet op rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van [gedaagde] te [plaatsnaam];
én
iii) mij
uiterlijk maandag 1 mei 2017 om 17.00 uurschriftelijk bevestigt dat u gevolg zal
geven aan het verzoek/de sommatie zoals geformuleerd onder i) of ii).
Indien ik niet, niet tijdig, dan wel in afwijzende zin van u verneem, komt u in verzuim te
verkeren, en zal ik de door mij geleden schade op u verhalen en hetgeen tot op heden
onverschuldigd aan u is betaald terugvorderen. Ik zal alsdan niet alleen aanspraak maken op
de meerkosten van het verwijderen van het spuitwerk door derden, maar ook op de
(meer)kosten die verband houden met het opnieuw aanbrengen van het spuitwerk door
derden en gevolgschade.”
1.6
Onkruijt & van Kooten heeft op 2 mei 2017 per brief geantwoord aan [gedaagde]. De inhoud van deze brief luidt – voor zover relevant –:
“[…]
Op 26 april 2017 kregen wij tot onze verbazing een ingebreke stelling.
Wij worden hierin verwijd dat wij de verkeerde verf zouden hebben gebruikt en een aantal tekortkomingen. U heeft contact gehad met een expert en alle verf zou verwijderd moeten worden, ik kon mijn ogen niet geloven toen ik het had gelezen. Er zou nog vocht in de wanden zitten. Doffe plekken in de wanden zitten door ons. En tot onze verbazing dat er beschadigingen in de slaapkamers zitten.

Ons verweer:

Wij hebben contact gehad met de leverancier sps. Na 5 weken droogtijd kan er geen vocht meer in ons stucwerk zitten. Doffe plekken kan ook strijklicht zijn, ik kan dat hier niet beoordelen. Beschadigingen komen door plakkers die op vers stucwerk zijn geplakt door de opdrachtgever. Hier zijn films van en diverse foto’s.
Het verwijderen van al het aangebrachte saus, zou reinste onzin zijn volgens de expert.
Wel heeft de vertegenwoordiger van sps aangegeven dat die op lokatie wil komen kijken en de situatie wil bespreken.
U heeft aangegeven via de telefoon dat de heer [D.] het tegenover gestelde heeft verklaard aan u, en u heeft verteld dat wij het verkeerd aangebracht hebben. Wij hebben inmiddels op 2-5-2017 wederom contact gehad met sps. Zij geven aan dat niet te hebben gezegd, wij gaan dan ook niet akkoord met de door u aangeboden voorstel om het bedrag van €572,40 aan u te betalen.
[…]”.
1.7
De voormalig gemachtigde van [gedaagde] heeft per brief van 3 mei 2017 Onkruijt & van Kooten in gebreke gesteld en gesommeerd een bedrag van € 5.744,75 uiterlijk 5 mei 2017 te voldoen.
1.8
Onkruijt & van Kooten heeft op 19 mei 2017 de eindfactuur ad € 1.335,60 inclusief BTW gestuurd aan [gedaagde]. [gedaagde] heeft deze factuur niet betaald.
2. Het geschil
in conventie
2.1
Onkruijt & van Kooten vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen een bedrag van € 1.545,45, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 1.335,60 vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten, met rente.
2.2
Onkruijt & van Kooten legt nakoming van de overeenkomst aan de vordering ten grondslag. Naast een hoofdsom van € 1.335,60 vordert zij een bedrag van € 9,51 aan verschenen rente en een bedrag van € 200,34 aan buitengerechtelijke incassokosten.
2.3
[gedaagde] betwist nog enig bedrag verschuldigd te zijn. Op zijn verweer zal hierna worden ingegaan.
in reconventie
2.4
[gedaagde] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Onkruijt & van Kooten te veroordelen aan hem te betalen een bedrag van € 10.426,55, met veroordeling van Onkruijt & van Kooten in de proceskosten.
2.5
[gedaagde] legt aan de vordering het navolgende ten grondslag. Onkruijt & van Kooten is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichting uit de overeenkomst door de overeengekomen werkzaamheden niet tijdig, deels niet en deels ondeugdelijk uit te voeren. Nu Onkruijt & van Kooten niet tot herstel wenste over te gaan, heeft [gedaagde] een derde ingeschakeld om de resterende werkzaamheden te verrichten en om herstelwerkzaamheden uit te voeren. Onkruijt & van Kooten is gehouden de hiermee gemoeide bedragen ad in totaal € 10.426,55 aan [gedaagde] te vergoeden.
2.6
Onkruijt & van Kooten stelt hiertegenover dat de werkzaamheden deugdelijk zijn uitgevoerd zonder dat er een termijn afgesproken was en dat het werk is opgeleverd zodat er geen sprake is van een tekortkoming. Als er al sprake zou zijn van schade aan wanden en plafonds, dan is die door [gedaagde] zelf veroorzaakt. Onkruijt & van Kooten is geen reële mogelijkheid tot herstel geboden. Daarnaast heeft Onkruijt & van Kooten de werkzaamheden niet kunnen afronden omdat [gedaagde] haar de toegang tot de woning weigerde.
2.7
Op hetgeen Onkruijt & van Kooten te berde heeft gebracht zal, voor zover nodig, hierna worden ingegaan.

Beoordeling van het geschil

3.1
Vanwege de verwevenheid van de vorderingen in conventie en in reconventie zal de kantonrechter deze gezamenlijk behandelen en beoordelen.
Ontvankelijkheid Onkruijt & van Kooten
3.2
Onkruijt & van Kooten v.o.f. is in deze procedure in conventie de eisende partij. De offerte is uitgebracht door Stucadoorsbedrijf Onkruijt, zijnde de naam waaronder de v.o.f. handelt. Anders dan [gedaagde] bepleit, leidt dit niet tot niet-ontvankelijkheid.
Ontvankelijkheid [gedaagde] / conclusie van dupliek in conventie tevens repliek in reconventie
3.3
Voor zover Onkruijt & van Kooten aanvoert dat [gedaagde] niet-ontvankelijk is nu de conclusie van dupliek in conventie, tevens conclusie van repliek in reconventie niet is ondertekend, geldt het volgende. Indien een conclusie niet overeenkomstig artikel 83 Rv is ondertekend, kan daarop geen acht worden geslagen, met dien verstande dat de griffie de desbetreffende partij de gelegenheid zal geven om een en ander te herstellen. De sanctie is derhalve niet niet-ontvankelijkheid. In de onderhavige zaak is [gedaagde] de gelegenheid tot herstel geboden. [gedaagde] heeft hierop een (wel) getekend exemplaar van genoemde conclusie aangeboden bij de balie van deze rechtbank. De bewuste conclusie zal dan ook mede bij de beoordeling worden betrokken.
Inhoudelijk
3.4
Tussen partijen is een overeenkomst van aanneming van werk tot stand gekomen, waarop de bepalingen van artikel 7:750 BW en volgende van toepassing zijn. De hoofdverplichting van de aannemer is het tot stand brengen en opleveren van een werk en de hoofdverplichting van de opdrachtgever is het betalen van de overeengekomen aanneemsom. Anders dan door Onkruijt & van Kooten bepleit, is van oplevering van het werk in de zin van artikel 7:758 BW naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake nu niet aan de daarvoor in genoemd artikel gestelde vereisten is voldaan. De zaak zal daarom worden behandeld op basis van de relevante artikelen van Boek 6 BW. In het kader van de verschuldigdheid van de aanneemsom zal moeten worden bezien of Onkruijt & van Kooten de geoffreerde en gefactureerde werkzaamheden (alle) heeft verricht. In het kader van de door [gedaagde] opgevoerde (te verrekenen) tegenvorderingen zal moeten worden beoordeeld of de verrichte werkzaamheden tijdig en deugdelijk zijn verricht.
Geen fatale termijn
3.5
Anders dan door [gedaagde] is aangevoerd, zijn partijen niet overeengekomen dat het gehele werk uitgevoerd zou worden in 10 werkdagen. De offerte vormt immers onbetwist de basis van de overeenkomst en in de offerte is geen termijn opgenomen. Dat er over en weer gemaild is over een schatting van de termijn waarbinnen het werk gereed zou kunnen zijn, maakt dit niet anders. Als [gedaagde] een harde (fatale) termijn had willen afspreken, had hij dit in de offerte kunnen laten opnemen, net als de in rood genoteerde aanvullingen die van zijn hand zijn.
Niet verrichte werkzaamheden
3.6
Ten aanzien van het washok, de trapkast en het plateau bij de gashaard, heeft Onkruijt & van Kooten onvoldoende weersproken dat zij deze (nog) niet had gestuukt. De door [gedaagde] hiervoor berekende en door Onkruijt & van Kooten niet betwiste bedragen (€ 160,-, € 110,- en € 6,-) zullen daarom op het factuurbedrag van € 1.335,60 in mindering worden gebracht, zodat een bedrag van € 1.059,60 resteert, dat in beginsel voor toewijzing in aanmerking komt. Nu de drie genoemde posten in mindering worden gebracht op het factuurbedrag kunnen ze in reconventie niet (nogmaals) als schadebedrag worden toegewezen. Die onderdelen van de vordering in reconventie zullen daarom worden afgewezen.
Niet deugdelijk verrichte werkzaamheden
3.7
Ten aanzien van de deugdelijkheid van de (wel) verrichte werkzaamheden stelt [gedaagde] dat sprake was van veel vlekken en oneffenheden op de wanden, een wolkenpatroon op het plafond van de woonkamer en vochtblaasjes op diverse plekken op de wanden. Als oorzaken noemt [gedaagde] onder andere dat Onkruijt & van Kooten heeft getracht oneffenheden bij te werken nadat de latex reeds was aangebracht, dat de latex was aangebracht op een moment dat de wanden en plafonds nog vol zaten met vocht en/of dat verkeerde (niet vocht doorlatende) latex is aangebracht. [gedaagde] heeft zijn standpunt onderbouwd door het overleggen van foto’s en een rapport van Voordelig Latex Spuiten. Onkruijt & van Kooten meent dat niet alle door [gedaagde] opgevoerde beschadigingen op de overgelegde foto’s zijn te zien. In zoverre wordt de gestelde schade betwist. Ten aanzien van de (wel) aanwezige schade, stelt Onkruijt & van Kooten dat die niet het gevolg is van ondeugdelijk werk, maar van eigen handelen van [gedaagde] of anderen. Het door [gedaagde] ingebrachte ‘schaderapport’ is volgens Onkruijt & van Kooten opgesteld door een firma die zelf belang had bij de rapportage en ook wordt de deskundigheid van de opsteller van het rapport gemotiveerd in twijfel getrokken.
3.8
Aan bewijslevering ter zake van de (on)deugdelijkheid van de hiervoor bedoelde werkzaamheden komt de kantonrechter echter niet toe in verband met het volgende. Om aanspraak te kunnen maken op schadevergoeding is vereist dat sprake is van verzuim. Daartoe is in de regel een ingebrekestelling nodig. [gedaagde] heeft in dit verband verwezen naar zijn brief van woensdag 26 april 2017 (zie hierboven onder rov. 1.5).
3.9
Voor zover [gedaagde] aan Onkruijt & van Kooten wil tegenwerpen dat zij niet uiterlijk op de in die brief genoemde termijn van 1 mei 2017 heeft gereageerd, wordt dit verworpen. Gelet op Koningsdag gaat de kantonrechter ervan uit dat de brief van woensdag 26 april 2017 op zijn vroegst op vrijdag 28 april 2017 zal zijn bezorgd. Dat Onkruijt & van Kooten dan op de eerstvolgende werkdag (maandag 1 mei 2017) nog niet heeft gereageerd, is logisch. Haar reactie volgde op 2 mei 2017. Eerder was eenvoudigweg niet mogelijk.
3.1
Ook inhoudelijk is van een behoorlijke (lees: redelijke) ingebrekestelling geen sprake. De bedoelde brief van [gedaagde] komt er feitelijk op neer dat eenzijdig exact wordt voorgeschreven op welke wijze de verschillende (gestelde) klachten dienen te worden verholpen, waarbij bovendien vóór aanvang van de gevraagde herstelwerkzaamheden een plan van aanpak aan [gedaagde] ter hand dient te worden gesteld of een bedrag van € 5.172,75 moet zijn overgemaakt. In het licht van de totale aanneemsom (€ 6.560,- exclusief btw), de omstandigheid dat Onkruijt & van Kooten niet uitgenodigd was om aanwezig te zijn op het moment dat de door [gedaagde] uitgekozen derde haar werk kwam beoordelen, dat er ook achteraf geen gelegenheid was om inhoudelijk op het schaderapport te kunnen reageren, dat Onkruijt & van Kooten vooraf akkoord moest gaan met ‘het volledig verwijderen van het aangebrachte stucwerk’ en dat, zoals uit de slotalinea van de brief blijkt, elke mogelijkheid tot redelijk overleg bij voorbaat werd afgesloten, zijn de gestelde voorwaarden naar het oordeel van de kantonrechter onacceptabel bezwarend zodat deze niet door Onkruijt & van Kooten hoefden te worden aanvaard. In verband hiermee is Onkruijt & van Kooten niet in verzuim geraakt en is er ter zake van de gevraagde herstelwerkzaamheden geen schadevergoedingsplicht ontstaan.
Tijdens de werkzaamheden toegebrachte schade
3.11
Volgens [gedaagde] heeft Onkruijt & van Kooten tijdens de werkzaamheden schade toegebracht. Het betreft krassen in de nieuwe spoelbak van de keuken, houten kozijnen die niet waren afgeplakt en thans onder de spuitnevel zitten en beschadigingen aan het plafond van de zolderverdieping. Onkruijt & van Kooten stelt dat de schade aan de spoelbak, als daar al sprake van is, niet door hem of zijn mensen is veroorzaakt. Hetzelfde geldt in zijn visie voor schade aan het plafond van de zolderverdieping. Ter zake van de houten kozijnen wijst Onkruijt & van Kooten erop dat die schade in de eerste plaats het gevolg is van het feit dat de kozijnen door de bouwer niet afdoende waren afgelakt. Wat hier verder ook van zij: [gedaagde] heeft voor geen van deze posten een bedrag aan schadevergoeding gevorderd. De wel door hem gevorderde schadeposten zijn hiervoor reeds besproken of zullen hierna nog aan de orde komen.
Teveel gefactureerde vierkante meters
3.12
Volgens [gedaagde] heeft Onkruijt & van Kooten 80 m² teveel in rekening gebracht, hetgeen correspondeert met een bedrag van (80 x € 10,- x 1,06 maakt) € 848,-. Onkruijt & van Kooten bestrijdt dat er teveel vierkante meters in rekening zijn gebracht. Ook deze post wordt afgewezen. De omstandigheid dat er door Voordelig Latex Spuiten 370 m² aan herstelwerk wordt gefactureerd, leidt op zichzelf nog niet tot de conclusie dat de door Onkruijt & van Kooten berekende oppervlakte (dus) niet klopt. Een en ander geldt temeer nu Voordelig Latex Spuiten in het door haar opgemaakte schaderapport wel is uitgegaan van de opgegeven oppervlakte van 450 m². Dit onderdeel van de vordering in reconventie zal daarom bij gebreke van voldoende onderbouwing worden afgewezen.
Samenvattend
3.13
Samenvattend zal [gedaagde] voor de door Onkruijt & van Kooten verrichte werkzaamheden een bedrag moeten betalen groot € 1.059,60 en zal het in reconventie gevorderde bedrag ad € 10.426,55 worden afgewezen. De door Onkruijt & van Kooten gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen op de wijze als in de beslissing vermeld.
Buitengerechtelijke kosten
3.14
De gevorderde buitengerechtelijke kosten ad € 200,34 komen niet voor toewijzing in aanmerking nu geen sprake is van een brief als bedoeld in artikel 6:96, zesde lid, BW en die voldoet aan de daaraan ingevolge de uitspraak van de Hoge Raad van 25 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2704 te stellen eisen.
3.15
[gedaagde] zal, zowel in conventie als in reconventie, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Onkruijt & van Kooten in conventie bepaald op € 82,05 aan dagvaardingskosten, € 470,- aan vast recht en € 200,- aan salaris voor de gemachtigde en in reconventie op € 300,- aan salaris voor de gemachtigde, genoemde bedragen te vermeerderen met de verschuldigde rente vanaf 14 dagen na de uitspraak van het vonnis tot aan de dag der voldoening.

Beslissing

De kantonrechter:
in conventie:
veroordeelt [gedaagde] om aan Onkruijt & van Kooten tegen kwijting te betalen een bedrag van € 1.059,60, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Onkruijt & van Kooten vastgesteld op € 552,05 aan verschotten en € 200,- aan salaris voor de gemachtigde, genoemde bedragen te vermeerderen met de verschuldigde rente vanaf
14 dagen na de uitspraak van het vonnis tot aan de dag der voldoening;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde;
in reconventie:
wijst de vordering af;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Onkruijt & van Kooten vastgesteld op € 300,- aan salaris voor de gemachtigde, genoemd bedrag te vermeerderen met de verschuldigde rente vanaf 14 dagen na de uitspraak van het vonnis tot aan de dag der voldoening.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Joele, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
745