ECLI:NL:RBROT:2018:4811

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 juni 2018
Publicatiedatum
19 juni 2018
Zaaknummer
C/10/516076 / HA ZA 16-1357
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de uitvoering van een aannemingsovereenkomst voor de aanpassing van een sprinklerinstallatie in een winkelcentrum

In deze zaak gaat het om een geschil tussen Trigion Brandpreventie B.V. en Coöperatie Winkelcentrum Crimpenhof U.A. over de uitvoering van een aannemingsovereenkomst voor de aanpassing van een sprinklerinstallatie in een winkelcentrum. Trigion, de aannemer, heeft een offerte uitgebracht voor de werkzaamheden, die door Crimpenhof is aanvaard. De werkzaamheden zijn echter vertraagd en Trigion heeft extra kosten in rekening gebracht, wat door Crimpenhof werd betwist. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen specifieke termijn voor de uitvoering van de werkzaamheden was overeengekomen, maar dat Trigion wel degelijk in verzuim is geraakt door niet tijdig te starten met de werkzaamheden. De rechtbank heeft geoordeeld dat de ontbinding van de overeenkomst door Crimpenhof niet gerechtvaardigd was, maar dat de openstaande facturen van Trigion wel opeisbaar zijn geworden. De rechtbank heeft Trigion in het gelijk gesteld en Crimpenhof veroordeeld tot betaling van de openstaande bedragen, vermeerderd met rente en kosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/516076 / HA ZA 16-1357
Vonnis van 6 juni 2018
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TRIGION BRANDPREVENTIE B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. J.G. Plet te Spijkenisse,
tegen
de coöperatie
COÖPERATIE WINKELCENTRUM CRIMPENHOF U.A.(in het oproepingsexploot abusievelijk aangeduid als de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid),
gevestigd te Krimpen aan den IJssel,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. I.C.M.C. Henriquez-van de Wetering te Oud-Beijerland.
Partijen zullen hierna Trigion en Crimpenhof genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 16 november 2016, met producties;
  • de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, met producties;
  • het tussenvonnis (de brief) van 5 april 2017, waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
  • de brief van de rechtbank van 8 juni 2017, waarbij een zittingsagenda aan partijen is toegezonden;
  • de akte vermeerdering van eis van de zijde van Crimpenhof, met producties;
  • de conclusie van antwoord in reconventie, tevens verzet tegen de akte vermeerdering van eis, met producties;
  • het proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 6 juli 2017;
  • het faxbericht van mr. Henriquez-van de Wetering van 25 juli 2017, waarin opmerkingen zijn gemaakt over het proces-verbaal;
  • het faxbericht van mr. Plet van 27 juli 2017, waarin opmerkingen zijn gemaakt over het proces-verbaal;
  • het faxbericht van mr. Plet van 1 augustus 2017, waarin is gereageerd op het faxbericht van mr. Henriquez-van de Wetering van 25 juli 2017;
  • de antwoordakte van de zijde van Trigion;
  • de akte vermindering van eis van de zijde van Crimpenhof van 23 mei 2018, met producties.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen - voor zover van belang - het volgende vast.
2.1.
Trigion houdt zich onder meer bezig met de handel, vervaardiging, installatie, reparatie en het onderhoud van brandpreventiesystemen, het leveren en onderhouden van blusmiddelen en het leveren, installeren en onderhouden van branddetectiecomponenten. Crimpenhof exploiteert een winkelcentrum in Krimpen aan den IJssel.
2.2.
Uit een in 2012 in opdracht van de gemeente Krimpen aan den IJssel uitgevoerd onderzoek bleek dat het winkelcentrum op het gebied van de brandveiligheid niet voldeed aan de in het Bouwbesluit 2012 gestelde eisen. Het winkelcentrum moest op drie deelaspecten worden aangepakt: (i) bouwkundige aspecten, (ii) de sprinklerinstallatie en (iii) de brandmeld- en ontruimingsinstallatie.
2.3.
Op 2 november 2012 heeft Bureau Veritas Industrial Services (verder: Bureau Veritas) een onderzoek naar de sprinklerinstallatie in het winkelcentrum verricht. In haar rapport van 7 november 2012 heeft Bureau Veritas onder meer geconcludeerd dat de sprinklerbeveiliging niet voldeed aan de desbetreffende voorschriften. In het rapport is een lijst van afwijkingen opgenomen.
2.4.
Op 6 maart 2013 is een plan van aanpak opgesteld om de tekortkomingen in het winkelcentrum op het gebied van de brandveiligheid op te heffen. De nadere eisen en voorwaarden voor de sprinklerinstallatie zijn uitgewerkt in een Uitgangspuntendocument (hierna ook: UPD) van 18 december 2013. In artikel 6.1 van het Uitgangspuntendocument is het volgende vermeld:
“(…) Meer specifiek moet de installatie worden voorzien van een geldig inspectiecertificaat dat is afgegeven op grond van het CCV-Inspectieschema (…). Dit betekent dat middels certificatie en inspecties door een onafhankelijke type A inspectie-instelling aangetoond wordt dat aan gestelde eisen in dit uitgangspuntendocument wordt voldaan en er daardoor vertrouwen in de overgelegde informatie bestaat. Deze vorm van certificatie is van toepassing op de gehele sprinklerbeveiliging. (…)”
2.5.
Crimpenhof heeft een aanbestedingstraject voor de aanpassing/uitbreiding van de sprinklerinstallatie in het winkelcentrum uitgezet via De InstallatieVraagbaak B.V. (verder: DIV). Bij brief van 21 februari 2014 is Trigion door DIV uitgenodigd een offerte te doen. In de brief is vermeld dat aan de offerteaanvraag (onder meer) het Uitgangspuntendocument ten grondslag ligt. Ter informatie is (onder meer) het rapport van Bureau Veritas van 7 november 2012 (zie hiervoor onder 2.3) bijgevoegd.
2.6.
In aanvulling op de aanvraagbrief is op 7 maart 2014 een nota van inlichtingen en wijzigingen opgesteld door DIV. Daarin is onder meer vermeld:
“(…) De installatie dient dusdanig te worden aangepast, dat deze voldoet aan het UPD en dat deze gecertificeerd kan worden. (…)”
2.7.
Op 19 maart 2014 heeft Trigion een eerste offerte uitgebracht. Op 31 maart 2014 heeft DIV over die offerte een aantal opmerkingen gemaakt en vragen gesteld.
2.8.
Op 3 april 2014 heeft Trigion een aangepaste offerte uitgebracht voor het leveren, monteren, beproeven en bedrijfsvaardig opleveren van een sprinklerinstallatie in het winkelcentrum, met een prijsopgave van € 219.600,00. Daarbij is een stelpost van € 20.000,00 opgenomen voor “inspectiepunten”. In de offerte is onder meer het volgende vermeld:
“(…)1.2 Facturatieoverzicht
Na ratio werkzaamheden en in onderling overleg vastgelegd.
10% bij opdracht
85% naar ratio werkzaamheden
5% bij oplevering (…)
1.3
Planning
Een gedetailleerde planning wordt na opdracht in overleg vastgelegd (…)
4
Projectomschrijving
(…) Het certificerings gereed maken van de door ons aangepaste en gemonteerde sprinklerinstallatie zoals omschreven in de aanvraag; (…)
4.3
Sprinklerinstallatie
(…)Uitgangspunten

Wij verzorgen het certificeringstraject: opstellen van inspectieplan, goedkeuring
tekeningen, berekeningen, tusseninspecties en eindinspectie voor de sprinker- en sprinklermeldinstallatie. Hiervoor hebben wij een vaste prijs opgenomen voor onze uit te voeren werkzaamheden en omdat onduidelijk is hoe de bestaande status van de tekeningen en berekeningen zijn omdat diverse installateurs hieraan gewerkt hebben en er nog vele inspectiepunten openstaan lijkt het ons zinvol dat u hiervoor een aanvullende stelpost voor opneemt. (…)
6
Certificering
Om tot certificering van de sprinklerinstallatie te komen moet ook rekening gehouden worden met het gebruik van het gebouw, bouwkundige en organisatorische voorwaarden.
Hiermee wordt bedoeld; sturing aan/van installaties derden, opslag hoogtes, vrije ruimtes onder sprinklers, plafonds niet gesloten e.d. en de sprinklermeld- en doormeldinstallatie compleet.
Wanneer bij onze eindinspectie deze zaken niet in orde zijn of niet bereikbaar zijn en een extra eindinspectie moet gaan plaats vinden, kan Trigion Brandpreventie niet aansprakelijk worden gesteld voor deze gebreken. De extra kosten die hieruit voortvloeien worden niet door Trigion vergoed en zullen worden doorbelast.
6.2
Installatiecertificaat en Inspectiecertificaat
Voor certificatie van sprinklerinstallaties is het certificaat opgesplitst in een installatiecertificaat en een inspectiecertificaat.
Installatiecertificaat
Vanuit Trigion ontvangt u na oplevering een installatiecertificaat. Deze verklaart dat de geleverde sprinklerinstallatie voldoet aan de gestelde eisen.
Inspectiecertificaat
Van de inspectie-instelling ontvangt u een inspectiecertificaat als uit de inspectie blijkt dat de sprinklerinstallatie in combinatie met de bouwkundige en organisatorische voorwaarden aan de gestelde eisen voldoet.
De combinatie van installatie- en inspectiecertificaat is conform CCV, certificatieschema VBB systemen 2012 en het bouwbesluit 2012 en geeft daarmee invulling aan het overheidsbeleid ten aanzien van onder andere het Gebruiksbesluit. (…)”
2.9.
In een e-mailbericht van Trigion van 4 april 2014 is in reactie op de opmerkingen en vragen van DIV (zoals hiervoor onder 2.7 bedoeld) onder meer het volgende geschreven:
  • DIV:
  • Trigion:
  • DIV:
  • Trigion:
2.10.
Op 1 mei 2014 heeft Trigion een tweede herziene offerte uitgebracht. De gewijzigde prijsopgave bedraagt € 234.800,00 (totaal beheerder)/€ 53.195,00 (totaal winkeliers). Daarin is een bedrag van € 35.950,00 (beheerder)/€ 10.845,00 (winkeliers) opgenomen ter zake van “inspectiepunten”. Verder is er een stelpost “onvoorzien” van € 10.000,00 opgenomen. In de offerte is vermeld dat alle prijzen exclusief btw zijn. De offerte wijkt op (onder meer) het volgende punt af van de hiervoor onder 2.8 geciteerde offerte van 3 april 2014:
“(…)4.3 Sprinklerinstallatie
(…)Uitgangspunten

Wij verzorgen het certificeringstraject: opstellen van inspectieplan, goedkeuring
tekeningen, berekeningen, tusseninspecties en eindinspectie voor de sprinker- en sprinklermeldinstallatie.
(…)

Tijdens onze rondgang hebben wij nog afwijkingen op de sprinklerinstallatie waargenomen
die nog niet in het inspectierapport vermeld staan. Wij adviseren u om hiervoor een voorziening in de vorm van een stelpost van minimaal € 10.000,- op te nemen. (…)”
2.11.
In een e-mail van 5 mei 2014 aan DIV heeft Trigion ter toelichting op haar offerte van 1 mei 2014 onder meer het volgende geschreven:
“(…) Nav uw vraag om een specificatie van de enorm gestegen prijzen kan ik u de volgende verklaringen geven.
(…) De stelpost inspectiepunten hadden wij grof ingeschat op € 20.000 bij uitwerking is gebleken dat:
a.
Bij de JUMBO € 14.250 extra nodig is voor de sprinklers in het magazijn en de verdieping,
het winkelgedeelte was alleen gesprinklerd,
Ca € 6.000 opgenomen voor het moeilijke laswerk om de nog niet (goed) aangesloten
winkels te kunnen voorzien van een voedingsleiding conform de normen
Ook de 4 kelders voorzien van alle benodigde sprinklers kost € 8.950 dit is meer dan
ingeschat omdat op de tekening geen balken te zien zijn die er in werkelijkheid wel zijn.
(…)”
2.12.
In een e-mailbericht van Crimpenhof aan DIV van 9 mei 2014 is het volgende vermeld:
“(…) Met Trigion het volgende afgesproken, d.d. 8 mei 2014
Nieuwe prijs EUR 280.000,= ex. BTW (…)
Inklusief het verhelpen van alle B60 punten uit rapport Veritas.
Mocht blijken dat het vervangen van de sprinklers niet nodig zal zijn dan komt 50% van het minderwerk retour coöperatie. Totaal minderwerk is dan EU 27.500,- dus EUR 13.500,= retour.
Niks meer, niks minder. (…)”
2.13.
Op 12 mei 2014 heeft Trigion een opdrachtbevestiging aan Crimpenhof verzonden, waarin - voor zover relevant - het volgende is vermeld:
“(…) Hiermee bevestigen wij de ontvangst van uw mondelinge opdracht voor het aanpassen van de sprinklerinstallatie op bovengenoemde locatie. Eén en ander conform onze aanbieding d.d. 1 mei 2014 met offertenummer 265220B voor de onderling afgesproken prijs van € 280.000,- exclusief BTW, opties en stelposten.
Tevens is hierbij afgesproken dat er nog een korting mogelijk is van max € 13.750,-- indien alle sprinklers in de units gehandhaafd mogen blijven. Dit is 50% van de in onze aanbieding opgenomen stelpost voor het vervangen van de sprinklers in de winkelunits.
Hiervoor verzorgen wij, dat alle nog niet beveiligde winkelunits, en de passage voorzien worden van een gecertificeerde sprinklerinstallatie. Ook zullen wij de alarmkleppen indeling wijzigen conform UPD en de benodigde aangeboden aanpassingen uit het inspectierapport verwerken. (…)”
2.14.
Op 23 mei 2014 heeft DIV namens Crimpenhof een opdrachtbevestiging aan Trigion verzonden. Daarin staat - voor zover relevant - het volgende:
“(…) De omvang betreft het aanpassen, uitbreiden en compleet gecertificeerd en werkend opleveren van de sprinkler installatie gebaseerd op:
  • onze aanvraag (…) d.d. 21-02-2014;
  • onze nota van inlichtingen (…) d.d. 10-03-2014;
  • onze e-mail van d.d. 31-03-2014 met aanvullende vragen;
  • uw email van d.d. 4-04-2014 met uw herziende offerte (…) d.d. 03-04-2014 en beantwoording van de vragen;
  • onze bespreking van d.d. 22-04-2014 met verzoek aanpassing stelposten en splitsing prijzen verhuurder-huurder;
  • uw herziende offerte (…) d.d. 01-05-2014 inclusief bijlage prijsopgave inspectiepunten;
  • uw e-mail van d.d. 05-05-2014 specificeren van de prijsafwijking m.b.t. uw offerte van d.d. 03-04-2014;
  • prijsafronding gesprek van d.d. 08-05-2014 op kantoor van de Cooperatie.
Financieel overzicht (exclusief BTW)
  • Sprinklerinstallatie € 280.000,00
  • Korting indien vervallen QR Sprinklers -/- € 13.750,00
  • Stelpost onvoorzien (niet inbegrepen) € 10.000,00
Totaalbedrag opdracht € 280.000,00 exclusief BTW
Meer- en minderwerken:
Meer- en minderwerken kunnen alleen worden uitgevoerd en verrekenbaar worden gesteld na goedkeuring en ondertekening van de opdrachtgever.
Betaling in termijnen
De betaling van de aanneemsom geschiedt in termijnen.
De termijnen, gebaseerd op de stand van het werk, zijn in procenten van de aannemingssom:
  • eerste termijn van 10% bij opdracht
  • acht termijnen van 10% naar rato voortgang werkzaamheden
De laatste termijn is groot 10% van de aanneemsom en wordt betaalbaar gesteld bij oplevering nadat de aannemer aan al zijn verplichtingen heeft voldaan en een geheel werkend en gecertificeerd Sprinkler installatie heeft opgeleverd. (…)”
2.15.
Crimpenhof heeft de bouwkundige werkzaamheden gegund aan GN Bouw. De werkzaamheden met betrekking tot de brandmeld- en ontruimingsinstallatie zijn gegund aan Hofland Elektronica. GN Bouw is als coördinerende partij aangewezen.
2.16.
Op 18 juni 2014 heeft een kick-off-bespreking plaatsgevonden, waaraan Crimpenhof, DIV, Trigion, GN Bouw en Hofland Elektronica deelgenomen hebben. In het verslag van de bespreking is onder meer het volgende opgenomen:
“(…) Alle aannemers stellen een planning op die vervolgens zullen worden samengevoegd tot de overall planning. (…)”
2.17.
In het verslag van de zesde werkvergadering, gehouden op 18 november 2014, is onder het punt “plan van aanpak per discipline” ten aanzien van Trigion onder meer het volgende vermeld:
“(…) Mededeling vanuit Cooperatie: De Cooperatie spreekt zijn zorgen uit m.b.t. de voortgang productie en tekenwerk!!! Overleg noodzakelijk. DRINGEND VERZOEK om planning te bespreken met de overige bouwpartners!! (…)”
2.18.
Op 28 november 2014 zijn onder meer de volgende e-mailberichten verzonden:
  • van GN Bouw aan Trigion:
  • van Trigion aan GN Bouw:
2.19.
Op 15 december 2014 heeft Trigion een conceptplanning voor de werkzaamheden vanaf 5 januari 2015 ingediend. Op 17 december 2014 is door Trigion een aangepaste uitvoeringsplanning toegezonden.
2.20.
In het e-mailbericht van DIV aan Trigion van 14 januari 2015 is onder meer het volgende vermeld:
“(…) Ons volgend werkoverleg is gepland op dinsdag 27 januari (…).
Gezien de voortgang en gemaakte afspraken met Trigion is het wel noodzakelijk dat we elkaar op korte termijn treffen. (…)”
2.21.
Bij e-mailberichten van 24 en 30 maart 2015 is onder meer het volgende geschreven:
  • op 24 maart 2015 van Trigion aan DIV:
  • op 30 maart 2015 van DIV aan Trigion:
  • op 30 maart 2015 van Trigion aan DIV:
2.22.
Trigion heeft de volgende facturen verzonden aan Crimpenhof:
Datum
Omschrijving
Bedrag excl. btw
Bedrag incl. btw
12-06-2014
1e termijn, 10% bij opdracht
€ 28.000,00
€ 33.880,00
17-11-2014
2e termijn, 10% na rato werkzaamheden
€ 28.000,00
€ 33.880,00
11-12-2014
3e termijn, 10% na rato werkzaamheden
€ 28.000,00
€ 33.880,00
09-02-2015
4e termijn, 10% na rato werkzaamheden
€ 28.000,00
€ 33.880,00
17-02-2015
5e termijn, 10% na rato werkzaamheden
€ 28.000,00
€ 33.880,00
16-03-2015
6e termijn, 10% na rato werkzaamheden
7e termijn, 10% na rato werkzaamheden
€ 56.000,00
€ 67.760,00
07-05-2015
8e termijn na rato werkzaamheden
€ 42.000,00
€ 50.820,00
15-05-2015
9e termijn, na rato werkzaamheden
€ 21.000,00
€ 25.410,00
09-06-2015
10e termijn, opleveringstermijn
€ 21.000,00
€ 25.410,00
Crimpenhof heeft de facturen van 12 juni 2014, 17 november 2014, 11 december 2014, 9 februari 2015, 17 februari 2015, 16 maart 2015 en 7 mei 2015 (termijnen 1 tot en met 8) voldaan. De facturen van 15 mei 2015 en 9 juni 2015 (termijnen 9 en 10) zijn onbetaald gebleven.
2.23.
Op 10 juni 2015 heeft Bureau Veritas een tusseninspectie van de sprinklerinstallatie uitgevoerd. In het rapport van 22 juni 2015 is een lijst van afwijkingen opgenomen. Conclusie van het rapport is:
“ (…) De nog niet voor initiële inspectie aangeboden installatie- en systeemdelen dienen nog initieel te worden geïnspecteerd. Er wordt voldaan aan de afgeleide doelstelling indien het totale sprinklersysteem initieel is geïnspecteerd en er geen afwijkingen zijn geconstateerd. (…)”
2.24.
In een opnamerapport van 30 juni 2015 heeft Trigion aangegeven welke werkzaamheden volgens haar nog moeten worden uitgevoerd om de sprinklerinstallatie voor certificering in aanmerking te laten komen. Daarbij is een (totaal)prijs van € 13.075,00 exclusief btw vermeld.
2.25.
In het verslag van de bestuursvergadering van Crimpenhof van 21 juli 2015 is onder meer het volgende vermeld:
“ (...) Trigion weigert bepaalde werkzaamheden uit te voeren m.b.t. de sprinklers. Men vindt dat het hier meerwerk betreft omdat het zo in de opdracht staat vermeld. Trigion heeft eenzijdig de opdracht aangepast zonder overleg met opdrachtgever. 20 juli is hierover gesproken met Trigion. Trigion beweert (…) bij hoog en bij laag dat dit in overleg is gebeurd, echter elk bewijs ontbreekt hier. Trigion moet een werkende gecertificeerde installatie opleveren, dat is de opdracht. (…)
Voor de zaken die Trigion niet wil uitvoeren heeft Trigion afgesproken dit nogmaals te bezien. De kern van de kwestie dat als zaken in de winkels zijn veranderd ná de opdrachtverstrekking dit gezien zal worden als meerwerk. Trigion gaat ervan uit dat als meetpunt is genomen het laatste inspectierapport van Veritas uit 2012. Opdrachtgever houdt zijn “poot” stijf in deze. Daarnaast is Trigion gemeld dat zij ook nog een claim tegemoet kunnen zien van een kleine EURO 50.000,= vanwege vertraging van de werkzaamheden. Ondanks vele verzoeken is Trigion ca. 5 maanden later gestart met de werkzaamheden dan was afgesproken. De aannemer heeft daartoe langer dan gepland op het werk moeten blijven. (…)”
2.26.
Bij brief van 2 oktober 2015 heeft (de advocaat van) Crimpenhof Trigion gesommeerd om:
“ (…) het werk alsnog conform de overeenkomst, dat wil zeggen geheel werkend, gekeurd en gecertificeerd aan cliënte op te leveren en wel binnen twee weken na heden. (…)”
2.27.
In de brief van GN Bouw aan Crimpenhof van 9 oktober 2015 is onder meer het volgende vermeld:
“ (…) Vanwege het feit dat Trigion zich niet aan de afspraken heeft gehouden om haar planning tijdig in te leveren en vanwege het feit dat Trigion pas in januari 2015 (6 maanden later dus!!) is aangevangen met de werkzaamheden heeft GN Bouw veel werkzaamheden dubbel moeten uitvoeren en daarnaast de streefdatum gereed week 9 van 2015 met ruim 9 weken overschreden.
De totale schade als gevolg van bouwtijdoverschrijding/bouwplaatskosten is weergegeven in bijgevoegde staat.[rechtbank: € 45.675,00].
De schade is toe te rekenen aan Trigion. (…)”
2.28.
Op 5 oktober 2015 hebben partijen met elkaar gesproken. Trigion heeft voorgesteld de resterende werkzaamheden af te maken voor een bedrag van € 9.450,00. Bij brief van 6 november 2015 heeft Crimpenhof medegedeeld niet akkoord te gaan met dat voorstel. Zij heeft tevens medegedeeld dat zij haar betalingsverplichting opschort. Voorts heeft zij Trigion gesommeerd om binnen twee weken de door Crimpenhof geleden schade (ad € 45.675,00) te vergoeden en het werk op te leveren.
2.29.
Bij brief van 18 november 2015 heeft (de advocaat van) Trigion medegedeeld dat Crimpenhof eerst over een gecertificeerde installatie zal kunnen beschikken als zij (i) de openstaande facturen van Trigion voldoet, (ii) alsnog akkoord geeft op het voorstel om de resterende werkzaamheden uit te voeren voor een bedrag van € 9.450,00 en (iii) ervoor zorgt dat ook de overige (door Hofland Elektronica en de winkeliers te verrichten) werkzaamheden in het winkelcentrum gereed zijn.
2.30.
Op 7 december 2015 heeft Crimpenhof Trigion nogmaals in de gelegenheid gesteld om het werk binnen een week op te leveren. Bij e-mailbericht van 18 december 2015 heeft Trigion medegedeeld dat zij, bij gebreke van een opdracht daartoe, de laatste werkzaamheden niet zal kunnen uitvoeren.
2.31.
Bij brief van 21 december 2015 heeft Crimpenhof de overeenkomst met Trigion ontbonden. Trigion heeft zich daartegen bij e-mailbericht van 21 december 2015 verzet.
2.32.
Crimpenhof heeft aan Van Ginkel Sprinkler Services Europoort B.V. (verder: Van Ginkel) opdracht gegeven om het werk af te maken. Bij brief van 7 maart 2016 aan Trigion heeft Crimpenhof aanspraak gemaakt op vertragingsschade en op de (extra) kosten voor het afmaken van het werk. Voorts heeft Crimpenhof Trigion gesommeerd de aan haar toebehorende documenten te verstrekken.
2.33.
Op 16 maart 2016 heeft Trigion Crimpenhof gesommeerd de openstaande facturen van 15 mei 2015 en 9 juni 2015 te voldoen.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
Trigion heeft gevorderd om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Crimpenhof te veroordelen tot betaling, binnen twee dagen na betekening van het te wijzen vonnis, van:
een bedrag van € 49.706,25, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de vervaldatum van de facturen, althans vanaf 24 maart 2016, althans vanaf de dag van dagvaarding;
de buitengerechtelijke kosten ad € 1.272,06, althans een in goede justitie vast te stellen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding;
met veroordeling van Crimpenhof in de kosten van de procedure, de nakosten daarin begrepen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover.
3.2.
Het hiervoor onder a) bedoelde bedag is als volgt opgebouwd:
Omschrijving
Bedrag
Factuur 15 mei 2015
€ 25.410,00
Factuur 9 juni 2015
€ 25.410,00
Besparingen als gevolg van opzegging overeenkomst
€ 1.113,75 -/-
Totaal
€ 49.706,25
3.3.
Crimpenhof heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vordering en geconcludeerd tot afwijzing ervan, met veroordeling, uitvoerbaar bij voorraad, van Trigion in de kosten van de procedure.
in reconventie
3.4.
Crimpenhof heeft, na achtereenvolgens vermeerdering en vermindering van eis, gevorderd om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
te verklaren voor recht dat Trigion toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst en dat de overeenkomst op 21 december 2015 rechtsgeldig door Crimpenhof is ontbonden;
Trigion te veroordelen om aan Crimpenhof te vergoeden de door haar geleden schade, welke schade wordt begroot op een bedrag van tenminste € 128.386,00 (exclusief btw), dan wel een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de data waarop de verschillende schadeposten zijn geleden, dan wel vanaf 7 maart 2016, dan wel vanaf de datum waarop de eis in reconventie is ingesteld, althans Trigion te veroordelen om aan Crimpenhof een schadevergoeding te betalen nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
Trigion te veroordelen om aan Crimpenhof te vergoeden de buitengerechtelijke kosten ad € 1.497,45, dan wel (subsidiair) € 1.231,75;
met veroordeling van Trigion in de kosten van de procedure, de nakosten - te vermeerderen met de wettelijke rente - daarin begrepen.
3.5.
Het hiervoor onder b) bedoelde bedrag betreft de volgende posten:
Omschrijving
Bedrag
Schade GN Bouw: vertraging/extra werk
€ 45.675,00
Schade Van Ginkel: afmaken werk
€ 7.200,00
Schade Van Ginkel: extra werkzaamheden afmaken werk
€ 36.141,00 + p.m.
Schade Van Ginkel: verplaatsen leiding
€ 1.100,00
Schade Van Ginkel/Bureau Veritas: certificering
€ 10.470,00
Schade DIV: extra begeleiding
€ 3.200,00 + p.m.
Schade Crimpenhof: extra werk
€ 4.600,00 + p.m.
Schade ontbreken stukken/documenten/tekeningen
€ 20.000,00
Totaal
€ 128.386,00 + p.m.
3.6.
Trigion heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vordering in reconventie en geconcludeerd tot afwijzing ervan, met veroordeling, uitvoerbaar bij voorraad, van Crimpenhof in de kosten van de procedure.
in conventie en in reconventie
3.7.
Op de stellingen van partijen zal, voor zover van belang, hierna nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie

4.1.
Nu de vorderingen in conventie en in reconventie nauw samenhangen, zullen zij hierna gezamenlijk worden beoordeeld.
4.2.
Trigion heeft zich verzet tegen de vermeerdering van eis in reconventie (ingediend bij akte van 6 juli 2017). Ter comparitie heeft de rechtbank de eiswijziging van Crimpenhof toegestaan en Trigion in de gelegenheid gesteld daarop bij antwoordakte te reageren. Trigion heeft dat gedaan. Op 23 mei 2018 heeft Crimpenhof met instemming van Trigion een akte vermindering van eis ingediend. Uitgegaan zal dan ook worden van de in laatstgenoemde akte opgenomen eis in reconventie.
4.3.
In haar dagvaarding heeft Trigion Crimpenhof aangeduid als “de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Coöperatie Winkelcentrum Crimpenhof U.A.”. Crimpenhof heeft zich in conventie primair op het standpunt gesteld dat Trigion niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar vordering, omdat zij aldus een niet bestaande partij heeft gedagvaard. Dit verweer kan niet slagen. Trigion heeft ter comparitie aangegeven dat sprake is van een vergissing en dat bedoeld is de coöperatie te dagvaarden. Crimpenhof is door de onjuiste aanduiding op geen enkele wijze in haar belangen geschaad. Zij heeft begrepen, althans had redelijkerwijs moeten begrijpen, dat de vermelding “besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid” op een vergissing berustte. De rechtbank staat de door Trigion verzochte correctie dan ook toe, zoals tot uitdrukking is gebracht in de kop van dit vonnis.
4.4.
Beide partijen hebben zich op het standpunt gesteld dat hun wederpartij tekortgeschoten is in de nakoming van de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen. Trigion verwijt Crimpenhof dat zij niet de benodigde medewerking heeft verleend en in gebreke is gebleven met (tijdige) betaling van de openstaande facturen; Crimpenhof verwijt Trigion dat zij te laat is aangevangen met haar werkzaamheden, ten onrechte meerwerk in rekening wilde brengen en het werk ten onrechte niet heeft afgemaakt. Het geschil tussen partijen spitst zich toe op de volgende vragen:
Zijn partijen een termijn voor de aanvang en uitvoering van de werkzaamheden door Trigion overeengekomen?
Mocht Trigion, bovenop de overeengekomen prijs van € 280.000,00, de in haar opnamerapport van 30 juni 2015 (zie hiervoor onder 2.24) bedoelde werkzaamheden in rekening brengen aan Crimpenhof?
4.5.
De overeenkomst tussen partijen kan worden gekwalificeerd als een overeenkomst van aanneming van werk. Ter comparitie hebben beide partijen verklaard dat de opdrachtbevestiging van DIV van 23 mei 2014 (zie hiervoor onder 2.14) de schriftelijke vastlegging van de tussen hen gesloten overeenkomst is. Ter comparitie is voorts gebleken dat de handgeschreven opmerking op deze opdrachtbevestiging van Trigion afkomstig is. Volgens Trigion was de opmerking bedoeld voor haar projectleider en doet deze niets af aan de getypte versie van de opdrachtbevestiging. De stellingen van partijen over deze opmerking behoeven daarom geen nadere bespreking. In de opdrachtbevestiging van 23 mei 2014 wordt verwezen naar de aanvraag van DIV van 21 februari 2014 (zie onder 2.5), de nota van inlichtingen van 7 maart 2014 (zie onder 2.6), de e-mail van DIV van 31 maart 2014 (zie onder 2.7), de herziene offerte van Trigion van 3 april 2014 (zie onder 2.8), de e-mail van Trigion van 4 april 2014 (zie onder 2.9), de herziene offerte van Trigion van 1 mei 2014 (zie onder 2.10), de e-mail van Trigion van 5 mei 2014 (zie onder 2.11) en het op 8 mei 2014 gehouden (prijsafrondings)gesprek.
4.6.
Nu het in deze procedure gaat om de uitleg van een zuiver commerciële overeenkomst - gesloten tussen professioneel opererende partijen die over de inhoud van de overeenkomst hebben onderhandeld, terwijl de overeenkomst ertoe strekt de wederzijdse rechten en verplichtingen nauwkeurig vast te leggen - komt aan de taalkundige betekenis van de gekozen bewoordingen grote betekenis toe. Bij de uitleg zijn voorts van belang de aard van de transactie, de omvang en gedetailleerdheid van de contractsbevestiging, de wijze van totstandkoming en de overige bepalingen. Maar ook wanneer bij de uitleg van een overeenkomst groot gewicht toekomt aan de taalkundige betekenis van de gekozen bewoordingen, kunnen de overige omstandigheden van het geval steeds meebrengen dat een andere dan de taalkundige betekenis aan de bepalingen van de overeenkomst moet worden gehecht. Doorslaggevend blijft uiteindelijk de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
Ad vraag a): zijn partijen een termijn overeengekomen?
4.7.
Crimpenhof heeft aangevoerd dat bij de kick-offbespreking op 18 juni 2014 is overeengekomen dat de betrokken aannemers ieder een eigen planning moesten aanleveren, die dan samengevoegd zouden worden tot de uiteindelijke totaalplanning. De planningen dienden op elkaar afgestemd te worden, zodat de winkeliers zo min mogelijk last zouden hebben van de werkzaamheden. Trigion zou dus meelopen in de planning van GN Bouw en Hofland. Verder is overeengekomen, aldus Crimpenhof, dat de werkzaamheden direct na de bouwvak (eind augustus) 2014 zouden starten. In de bouwvergadering van 8 juli 2014 is de zoneringsplanning (waarop de verschillende fasen zijn aangegeven waarbinnen de werkzaamheden van alle aannemers dienden plaats te vinden) besproken en aan de aannemers overhandigd en op 15 juli 2014 is gestart met de “warme opname” voor fase 2. Conform de zoneringsplanning zou het project vanaf dat moment nog 21 weken in beslag nemen. Dat betekent dus dat het gehele werk in week 9 van 2015 gereed zou moeten zijn, aldus Crimpenhof. Vervolgens heeft GN Bouw, conform deze fasering, haar detailplanning opgesteld, waarin de andere twee aannemers moesten meelopen. Hoewel er (aanvankelijk) geen specifieke datum was vastgesteld voor de start en de oplevering van het werk, is feitelijk dus wel een termijn voor nakoming gesteld, aldus Crimpenhof.
Zij heeft voorts aangevoerd dat Trigion niet tijdig met het werk is gestart, nu zij pas op 15 december 2014 een conceptplanning heeft ingediend en eerst begin januari 2015 is gestart met haar uitvoerende werkzaamheden. Aldus is Trigion in verzuim komen te verkeren. Een schriftelijke ingebrekestelling ontbreekt, maar tijdens de knelpuntenoverleggen en bouwvergaderingen is er bij Trigion meerdere keren op aangedrongen om haar planning af te stemmen met de anderen en te beginnen met de werkzaamheden. In november 2014 heeft GN Bouw meerdere e-mails verzonden aan Trigion en bij e-mailbericht van 14 januari 2015 heeft Crimpenhof aangedrongen op een gesprek in verband met de stand van zaken op dat moment.
De achterstand is nimmer ingelopen. De bouw is daardoor negen weken vertraagd en GN Bouw heeft veel werkzaamheden dubbel moeten uitvoeren. De in dat kader geleden schade, bestaande uit de door GN Bouw extra in rekening gebrachte kosten ad € 45.675,00, dient in de visie van Crimpenhof door Trigion te worden vergoed.
4.8.
Trigion heeft zich op het standpunt gesteld dat tussen partijen geen (fatale) opleveringstermijn voor het werk is overeengekomen. Zij is bekend met een planning die sluit op week 9 van 2015, echter deze planning ziet volgens Trigion slechts op de uitvoering van de werkzaamheden tot en met fase 5. Het project bestaat uit meerdere fasen (11 in totaal) en er is geen definitieve planning overeengekomen, aldus Trigion. Het is volgens Trigion onjuist dat zij de planning van het werk links liet liggen. Volgens haar hebben partijen overlegd en gecorrespondeerd over de planning. Trigion heeft verder aangevoerd dat zij na de bouwvak is begonnen met het tekenen en de engineering en dat zij vanaf week 42 (half oktober) 2014 is begonnen met de daadwerkelijke werkzaamheden. Ten slotte heeft Trigion aangevoerd dat zij nooit een sommatie of ingebrekestelling heeft ontvangen, ook niet na het verstrijken van de gestelde opleveringstermijn van week 9 van 2015. Zij werd verrast door de brief van de advocaat van Crimpenhof van 2 oktober 2015. Conclusie is volgens Trigion dat van een tekortkoming of verzuim aan haar zijde geen sprake is.
4.9.
De rechtbank stelt in dit kader voorop dat tussen partijen niet in geschil is dat bij het aangaan van de overeenkomst geen termijn voor de nakoming door Trigion is gesteld. In de opdrachtbevestiging van 23 mei 2014 is niets vermeld over een termijn. In de aan die bevestiging ten grondslag liggende offerte(s) van Trigion is vermeld dat een gedetailleerde planning na opdracht in overleg zal worden vastgesteld. In het verslag van de op 18 juni 2014 gehouden kick-offbespreking, waarin is vermeld dat alle aannemers - en dus ook Trigion - een planning zullen opstellen, is geen termijn voor het opstellen van die planning genoemd. Wel is tussen partijen in confesso dat na de bouwvak 2014 zou worden gestart met de werkzaamheden. Volgens Crimpenhof was het daarmee voor alle partijen - en dus ook voor Trigion - duidelijk dat de planning vóór de bouwvak klaar moest zijn, zodat na de bouwvak met de daadwerkelijke werkzaamheden zou kunnen worden begonnen. Van de juistheid van die stelling kan, gelet op de gemotiveerde betwisting door Trigion, in rechte echter niet worden uitgegaan. Trigion heeft in dit kader - onbetwist - aangevoerd dat zij na de bouwvak is begonnen met het tekenwerk en de engineering. Dat zij daarmee in strijd handelde met de afspraak dat de werkzaamheden na de bouwvak zouden aanvangen, is niet voldoende gesteld en evenmin gebleken. De rechtbank neemt daarbij tevens in aanmerking dat - zoals tussen partijen niet in geschil is - tot de brief van 2 oktober 2015 (zie onder 2.26) - Trigion niet (schriftelijk) door Crimpenhof in gebreke is gesteld. Dat had, indien Trigion in gebreke bleef met de planning, aanvang en uitvoering van haar werkzaamheden, wel in de rede gelegen. Uit het verslag van de op 18 november 2014 gehouden bouwvergadering (zie onder 2.17) en de door Crimpenhof bedoelde e-mails van 28 november 2014 en 14 januari 2015 (zie onder 2.18 en 2.20) kan weliswaar worden afgeleid dat Crimpenhof en GN Bouw zich zorgen maakten over de voortgang van het project en er bij Trigion op aandrongen de planning zo snel mogelijk aan te leveren, maar daarmee staat nog niet vast dat Trigion een tussen partijen overeengekomen termijn heeft overschreden. Uit de door Crimpenhof bedoelde zoneringsplanning kan evenmin een voldoende bepaalde termijn voor de uitvoering van de werkzaamheden door Trigion worden afgeleid. De stelling van Crimpenhof dat zij de factuur van 17 november 2014 - waarin de tweede termijn in rekening werd gebracht - pas op 29 januari 2015 heeft betaald, omdat Trigion niet eerder was gestart met de uitvoerende werkzaamheden, kan evenmin de conclusie rechtvaardigen dat Trigion een tussen partijen overeengekomen termijn heeft overschreden. Al met al is een tekortkoming van Trigion in zoverre dus niet vast komen te staan. Aan bewijslevering op dit punt wordt, bij gebreke van voldoende onderbouwde stellingen van Crimpenhof, niet toegekomen.
4.10.
Het voorgaande brengt mee dat er geen grond is voor toewijzing van de door Crimpenhof gevorderde vertragingsschade ad € 45.675,00. Haar vordering in reconventie zal in zoverre dan ook worden afgewezen.
Ad vraag b: mocht Trigion extra kosten in rekening brengen bij Crimpenhof?
4.11.
Volgens Crimpenhof vielen de in het rapport van Trigion van 30 juni 2015 bedoelde resterende werkzaamheden onder de opdracht/de overeengekomen prijs en mocht Trigion daar dus geen extra kosten voor in rekening brengen. Uitgangspunt bij het aangaan van de overeenkomst was de ten tijde van de aanbesteding bestaande situatie. Trigion kende de bestaande sprinklerinstallatie en heeft het winkelcentrum uitgebreid geïnspecteerd voordat zij haar (herziene) offerte(s) deed. Alle werkzaamheden die nodig waren om tot een geheel gecertificeerde installatie te komen waren dan ook voorzien, aldus Crimpenhof. De overeengekomen stelpost van € 10.000,00 was volgens haar uitsluitend bedoeld voor afwijkingen die ná het verstrekken van de opdracht naar voren zouden komen, bijvoorbeeld als er een winkelier zou wijzigen. Het gaat dan om echt onvoorziene zaken, waarmee Trigion geen rekening had kunnen houden. De stelpost was niet bedoeld voor afwijkingen die Trigion vóór het sluiten van de overeenkomst, bijvoorbeeld tijdens de rondgang, al had kunnen ontdekken. In het rapport van 30 juni 2015 gaat het om dergelijke werkzaamheden. Trigion had dan ook zonder nadere betaling door Crimpenhof tot oplevering van het werk moeten overgaan. Ondanks herhaalde aanmaning en sommatie heeft Trigion dat niet gedaan, aldus Crimpenhof.
4.12.
Trigion heeft zich op het standpunt gesteld dat zij de stelpost van € 10.000,00 in haar offerte heeft opgenomen juist omdat er tijdens de rondgang in het winkelcentrum nog afwijkingen werden geconstateerd. In het rapport van 30 juni 2015 heeft Trigion inzichtelijk gemaakt welke werkzaamheden nog dienden te worden verricht voordat de installatie gecertificeerd kon worden. Dat zijn werkzaamheden waarvoor de stelpost is opgenomen, aldus Trigion. Volgens Trigion kon zij haar werkzaamheden niet voltooien omdat Crimpenhof weigerde een opdracht te geven tot het verrichten van de resterende werkzaamheden.
4.13.
De rechtbank overweegt als volgt. In de offerte van 3 april 2014 heeft Trigion de inspectiepunten uit het rapport van Bureau Veritas van 2 november 2012 als stelpost opgenomen. Blijkens de toelichting in de offerte onder 4.3 en de e-mail van 4 april 2014 heeft Trigion dat gedaan, omdat de werkelijke kosten in dat kader op dat moment nog niet duidelijk waren. Vervolgens is in de offerte van 1 mei 2014 wel een prijs vastgesteld voor de werkzaamheden met betrekking tot deze inspectiepunten. Daarbij is een nieuwe stelpost “onvoorzien” van € 10.000,00 opgenomen. Blijkens de toelichting in de offerte van 1 mei 2014 onder 4.3 is dat gedaan omdat Trigion tijdens de rondgang in het winkelcentrum afwijkingen op de sprinklerinstallatie heeft waargenomen die nog niet in het inspectierapport (van Bureau Veritas van 2 november 2012) vermeld stonden. De rechtbank gaat voorbij aan de stelling van Crimpenhof dat het inspectierapport geen onderdeel uitmaakte van het aanbestedingstraject en slechts ter informatie aan Trigion is verstrekt. Daarmee blijft onverlet dat dit rapport door Trigion in haar offerte(s) als uitgangspunt is genomen en op die manier onderdeel is geworden van de onderhandelingen tussen partijen.
4.14.
Op 8 mei 2014 heeft vervolgens een gesprek tussen partijen plaatsgevonden. Volgens Crimpenhof hebben partijen daarbij een vaste prijs van € 280.000,00 afgesproken voor het opleveren van een gecertificeerde sprinklerinstallatie voor het gehele winkelcentrum. De hiervoor bedoelde opmerking in de offerte van 1 mei 2014 onder 4.3 is daarmee “overruled”, aldus Crimpenhof. Trigion heeft dat betwist. Gelet op die betwisting had het op de weg van Crimpenhof gelegen om nader te stellen en te onderbouwen dat partijen zijn overeengekomen dat - in afwijking van hetgeen in de offerte van 1 mei 2014 is vermeld - ook de tijdens de rondgang geconstateerde afwijkingen in de prijs zijn begrepen en met de stelpost onvoorzien van € 10.000,00 werd gedoeld op andere afwijkingen/werkzaamheden. Crimpenhof heeft dat niet (voldoende) gedaan. De juistheid van de stelling van Crimpenhof kan ook niet worden afgeleid uit de brief die zij op 9 mei 2014 aan DIV heeft verzonden. Daarin is vermeld dat in de nieuwe prijs van € 280.000,00 is begrepen “het verhelpen van alle B60 punten uit rapport Veritas”. Dat ook de door Trigion tijdens haar rondgang geconstateerde afwijkingen die niet in het inspectierapport zijn opgenomen in die prijs zijn begrepen, is daarbij niet vermeld. In de opdrachtbevestiging van 23 mei 2014 is ook uitsluitend de stelpost “onvoorzien” ad € 10.000,00 vermeld, zonder nadere toelichting. Ook daarin kan dus geen onderbouwing van de visie van Crimpenhof worden gevonden. De rechtbank houdt het ervoor dat “onvoorzien” ziet op de door Trigion in haar offerte van 1 mei 2014 bedoelde, tijdens de rondgang geconstateerde, afwijkingen. In rechte kan dan ook niet worden uitgegaan van de juistheid van de stelling van Crimpenhof dat de opmerking in de offerte van 1 mei 2014 niet meer aan de orde was.
4.15.
Tussen partijen is niet in geschil dat Trigion gehouden was een werkende en gecertificeerde sprinklerinstallatie op te leveren. Dat laat echter onverlet dat ten aanzien van bepaalde onderdelen van het werk stelposten kunnen worden overeengekomen. Ook in zoverre kan Crimpenhof dus niet worden gevolgd in haar stelling dat Trigion geen extra kosten in rekening mocht brengen.
4.16.
Dat de resterende werkzaamheden als bedoeld in het rapport van Trigion van 30 juni 2015 ook daadwerkelijk zien op de in haar offerte van 1 mei 2014 bedoelde afwijkingen die niet in het rapport van Veritas uit 2012 zijn opgenomen, is niet betwist. De hiervoor weergegeven omstandigheden, in onderlinge samenhang beschouwd, rechtvaardigen de conclusie dat Trigion die resterende werkzaamheden als extra kosten, ten laste van de stelpost, bij Crimpenhof in rekening mocht brengen.
4.17.
Vanaf medio 2015 is een patstelling tussen partijen ontstaan. Crimpenhof stelde zich op het standpunt dat Trigion schadeplichtig was wegens de ontstane vertraging en dat het werk zonder extra kosten moest worden afgerond. Trigion betwistte haar aansprakelijkheid ten aanzien van de gestelde vertraging en stelde zich op het standpunt dat zij de resterende werkzaamheden niet zonder extra betaling kon afmaken. Zoals blijkt uit hetgeen hiervoor is overwogen, volgt de rechtbank de visie van Trigion. Niet gebleken is dat Trigion tekortgeschoten is in haar uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen. Crimpenhof had daarom geen grond om haar betalingsverplichting op te schorten en de ontbinding van de overeenkomst is niet gerechtvaardigd. De vordering van Crimpenhof als hiervoor onder 3.4 sub a) weergegeven is dan ook niet toewijsbaar. Crimpenhof is, door de facturen van Trigion van 15 mei 2015 en 9 juni 2015 onbetaald te laten, in verzuim komen te verkeren. Anders dan Crimpenhof is de rechtbank van oordeel dat, hoewel Trigion het werk niet heeft voltooid, deze facturen in beginsel opeisbaar zijn geworden. Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat het niet aan Trigion is te wijten dat het werk niet is opgeleverd. Een en ander brengt mee dat de door Crimpenhof gevorderde schade in verband met de extra kosten die zijn gemaakt omdat zij een derde opdracht heeft moeten geven het werk af te maken (de gevorderde bedragen van € 7.200,00, € 36.141,00, € 10.470,00, € 3.200,00 en € 4.600,00) evenmin toewijsbaar is.
4.18.
Nu de ontbindingsverklaring van Crimpenhof niet gerechtvaardigd was, staat daarmee in beginsel vast dat de overeenkomst partijen nog steeds bindt. Partijen kunnen zich echter naar aanleiding van een niet-gerechtvaardigde ontbindingsverklaring zodanig tegenover elkaar gedragen dat daarin een nadere, tot beëindiging van de overeenkomst strekkende, beëindigingsovereenkomst ligt besloten. Naar het oordeel van de rechtbank is daarvan in het onderhavige geval sprake. Beide partijen hebben zich erbij neergelegd dat aan de overeenkomst geen verdere uitvoering werd gegeven. Nu vast staat dat Trigion niet langer in de gelegenheid werd gesteld het werk te voltooien en Crimpenhof de voltooiing van het werk heeft opgedragen aan een derde, ziet de rechtbank aanleiding om de onterechte ontbinding te beschouwen als een opzegging van de overeenkomst in de zin van artikel 7:764 BW.
4.19.
Ingevolge artikel 7:764 lid 2 BW is de opdrachtgever ingeval van opzegging de volledige aanneemsom verschuldigd, verminderd met de besparingen die voor de aannemer uit de opzegging voortvloeien. De openstaande facturen ter zake van de aanneemsom bedragen € 42.000,00 exclusief btw/€ 50.820,00 inclusief btw. Crimpenhof heeft onweersproken gesteld dat de voorwaarde voor het verkrijgen van de korting van € 13.750,00 in verband met de QR-sprinklers is vervuld. De rechtbank gaat daarom uit van de juistheid van die stelling. De resterende aanneemsom bedraagt aldus € 28.250,00 exclusief btw (€ 42.000,00 -/- € 13.750,00).
4.20.
De besparingen betreffen volgens Trigion een bedrag van € 7.300,00 (exclusief btw) met betrekking tot de kosten van certificering van de installatie. Op dat bedrag strekken, aldus Trigion, de door haar reeds betaalde facturen aan Bureau Veritas ad € 4.386,25 in mindering, evenals een bedrag van € 1.800,00 met betrekking tot de door haar projectleider bestede uren (24 uur à € 75,00). Crimpenhof heeft betwist dat de bedoelde bedragen op het bedrag van € 7.300,00 in mindering moeten strekken. De rechtbank gaat daaraan voorbij voor zover het de facturen van Bureau Veritas betreft, nu Trigion drie facturen d.d. 7 april 2015, 10 juli 2015 en 25 september 2015 van Bureau Veritas met betrekking tot het sprinklersysteem in het winkelcentrum in het geding heeft gebracht. In zoverre is van besparingen dan ook geen sprake. De rechtbank zal de het totaalbedrag van deze facturen - € 3.625,00 exclusief btw - in mindering brengen op het bespaarde bedrag. Nu Trigion het bedrag van € 1.800,00 met betrekking tot de uren van haar projectleider niet nader heeft onderbouwd nadat Crimpenhof dat bedrag heeft betwist, zal de rechtbank daaraan voorbij gaan. Op de resterende aanneemsom van € 28.250,00 (exclusief btw) strekt aldus een bedrag van € 3.675,00 (€ 7.300,00 -/ € 3.625,00, alles exclusief btw) aan besparingen in mindering. De rechtbank neemt voorts in aanmerking dat Trigion in haar antwoordakte heeft gesteld dat zij nog voor een bedrag van € 870,00 werkzaamheden zou moeten uitvoeren die onder de opdracht vielen. Ook dat bedrag is dus een besparing, zodat de totale besparingen € 4.545,00 (exclusief btw) bedragen. De resterende aanneemsom bedraagt aldus € 23.705,00 exclusief btw (€ 28.250,00 -/- € 4.545,00). Inclusief btw is dat € 28.683,05. De vordering in conventie als bedoeld onder 3.1 sub a) is tot dat bedrag toewijsbaar.
4.21.
De gevorderde wettelijke handelsrente is als op de wet gegrond toewijsbaar. Ingevolge artikel 6:119a lid 1 BW is de wettelijke handelsrente verschuldigd met ingang van de dag volgend op de dag die is overeengekomen als de uiterste dag van betaling. Op de facturen is vermeld dat betaling moet geschieden binnen dertig dagen. Over het bedrag van de factuur van 15 mei 2015 (€ 25.410,00) zal de wettelijke handelsrente worden toegewezen vanaf 15 juni 2015 en over het restant van € 3.273,05 vanaf 10 juli 2015 (de dag na de uiterste betalingstermijn met betrekking tot de factuur van 9 juni 2015).
4.22.
De in conventie gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn voldoende onderbouwd en ingevolge het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten toewijsbaar tot een bedrag van € 1.061,83. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten zal, zoals gevorderd, worden toegewezen vanaf de dag van dagvaarding.
4.23.
In reconventie heeft Crimpenhof, naast de reeds besproken posten, nog een bedrag van € 1.100,00 gevorderd. In dat kader heeft zij aangevoerd dat Trigion een sprinklerleiding heeft aangelegd op een dusdanige wijze dat die de deur van een luchtbehandelingskast in de pompruimte blokkeerde, waardoor het niet meer mogelijk was de filters te vervangen. Trigion is aansprakelijk voor de extra kosten die gemoeid zijn met het verplaatsen van de leiding, aldus Crimpenhof. Trigion heeft in dit kader aangevoerd dat zij Crimpenhof op 1 en 3 juni 2016 heeft verzocht een aantal data mee te delen waarop zij de herstelwerkzaamheden zou kunnen uitvoeren. Volgens Crimpenhof was zij echter niet gehouden om Trigion in de gelegenheid te stellen de herstelwerkzaamheden uit te voeren. Crimpenhof heeft Trigion medegedeeld dat de opdracht inmiddels al aan een derde was verstrekt. Nu aldus aan Trigion geen redelijke termijn voor de nakoming is gesteld, is zij niet in verzuim komen te verkeren. De rechtbank volgt Crimpenhof niet in haar stelling dat zij ingevolge artikel 6:83 sub c BW niet gehouden was om Trigion in de gelegenheid te stellen het probleem op te lossen. Dat Crimpenhof uit een mededeling van Trigion moest afleiden dat Trigion in de nakoming van de(ze) verbintenis tekort zal schieten is niet (voldoende) gesteld en evenmin gebleken. Voor toewijzing van de vordering in reconventie is daarom ook op dit punt geen plaats.
4.24.
Crimpenhof heeft ten slotte veroordeling van Trigion gevorderd tot betaling van - na vermindering van eis - € 20.000,00 in verband met ontbrekende stukken/documenten/tekeningen en zij heeft bij haar akte vermindering van eis een offerte van De InstallatieVraagbaak voor dat bedrag overgelegd voor het maken van een tekenpakket. . Crimpenhof heeft aangevoerd dat zij Trigion heeft gesommeerd om de documenten en tekeningen, die haar eigendom zijn en nodig zijn voor het verkrijgen van het certificaat, af te geven. Tussen partijen is niet in geschil dat Trigion op 10 november 2016 documenten en tekeningen aan Crimpenhof heeft verstrekt. Trigion heeft aangevoerd daarmee alle relevante documenten te hebben verstrekt. Volgens Crimpenhof is het pakket echter nog niet compleet. Gelet op het door Trigion gevoerde verweer had het op de weg van Crimpenhof gelegen om concreet te stellen welke documenten en tekeningen nog ontbreken. Zij heeft dat niet gedaan - ook niet bij de akte vermindering van eis - , hoewel zij daartoe gedurende de onderhavige procedure voldoende gelegenheid heeft gehad. Gelet daarop dient haar vordering als onvoldoende onderbouwd te worden afgewezen.
4.25.
Conclusie van het voorgaande is dat de vordering in conventie zal worden toegewezen op de wijze als in de beslissing vermeld. De vordering in reconventie is niet toewijsbaar. De nevenvorderingen in reconventie delen in het lot van afwijzing.
4.26.
Crimpenhof zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure in conventie. Op basis van het toegewezen bedrag worden de proceskosten aan de zijde van Trigion vastgesteld op:
- dagvaarding € 79,81
- griffierecht € 1.929,00
- salaris advocaat €
1.158,00(2,0 punten × tarief € 579,00)
Totaal € 3.166,81
4.27.
De in conventie gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
4.28.
Ook de in conventie gevorderde wettelijke rente over de proces- en nakosten zal worden toegewezen op de wijze als in de beslissing vermeld.
4.29.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal Crimpenhof eveneens worden veroordeeld in de kosten van de procedure in reconventie. Aan de zijde van Trigion worden de kosten vastgesteld op € 1.776,25 (2,5 punten × factor 0,5 × tarief € 1.421,00).

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
veroordeelt Crimpenhof om aan Trigion te betalen een bedrag van € 28.683,05 (achtentwintigduizend zeshonderddrieëntachtig euro en vijf eurocent), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over het bedrag van € 25.410,00
met ingang van 15 juni 2015 tot de dag van volledige betaling en over het bedrag van € 3.273,05 met ingang van 10 juli 2015 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Crimpenhof om aan Trigion te betalen een bedrag van € 1.061,83 (eenduizend eenenzestig euro en drieëntachtig eurocent) aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag met ingang van 16 november 2016 tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt Crimpenhof in de proceskosten, aan de zijde van Trigion tot op heden vastgesteld op € 3.166,81, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt Crimpenhof in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Crimpenhof niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.5.
verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.7.
wijst de vorderingen af,
5.8.
veroordeelt Crimpenhof in de proceskosten, aan de zijde van Trigion tot op heden vastgesteld op € 1.776,25,
5.9.
verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Volker en in het openbaar uitgesproken op 6 juni 2018.
1977/2221