ECLI:NL:RBROT:2018:5068
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende vergunningen voor commerciële radio
Op 25 juni 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen Stichting Commerciële Omroep Exploitatie Zuid-Holland en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting, omdat het verzoek om een voorlopige voorziening kennelijk niet-ontvankelijk was. Dit kwam voort uit het feit dat de rechtbank op 26 juni 2018 het beroep van verzoekster tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk had verklaard, waardoor de connexiteit met het verzoek om voorlopige voorziening was komen te vervallen.
De zaak betreft een besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, waarbij vergunningen voor niet-landelijke commerciële radio in de FM-band voor de kavels B05 en B36 werden geveild. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar dit bezwaar werd door verweerder doorgestuurd naar de rechtbank, omdat er geen bezwaar mogelijk was, maar beroep openstond. De voorzieningenrechter oordeelde dat er op dat moment geen beroep aanhangig was, wat noodzakelijk is voor het treffen van een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en heeft het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 27 juni 2018, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.