Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officieren van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 tot en met 8 tenlastegelegde;
- veroordeling van [naam verdachte 2] tot een gevangenisstraf voor de duur van 57 maanden met aftrek van voorarrest.
4.Inleiding
de medeverdachte [naam medeverdachte 2] , die via de besloten vennootschap [naam bedrijf 5] als extern adviseur lid was van de treasury-commissie van Portaal en
De Woonplaats. Binnen die samenwerking heeft [naam medeverdachte 2] klanten, leningen en derivaattransacties aangebracht bij [naam verdachte 2] en [naam medeverdachte 1] , die de daaruit voortvloeiende fees hebben gedeeld met [naam medeverdachte 2] door via hun B.V.’s betalingen te doen aan [naam bedrijf 5] .
In de periode van 16 juni 2008 tot en met 25 oktober 2010 heeft [naam medeverdachte 2] , althans [naam bedrijf 5] deze fees bij de B.V.’s van [naam verdachte 2] en [naam medeverdachte 1] in rekening gebracht. Hij heeft hiervoor in totaal 24 facturen verstuurd waarin als omschrijving “bemiddeling financiering” is vermeld. In de administratie van [naam bedrijf 1] . zijn 12 van deze facturen aangetroffen.
5.Geldigheid dagvaarding ten aanzien van feit 5
op een of meer tijdstippen in de periode van 2005 tot en met heden.” De tenlastegelegde pleegperiode is daarmee te onbepaald, nu de verdediging niet weet waartegen verweer moet worden gevoerd.
6.Ontvankelijkheid openbaar ministerie ten aanzien van de feiten 4 en 5
7.Waardering van het bewijs
Dat maakt dat de handelingen die [naam verdachte 2] vervolgens heeft verricht met het vermogen van [naam bedrijf 1] ., witwashandelingen zijn, overeenkomstig artikel 420bis Sr. [naam verdachte 2] heeft een bedrag van € 5.349.000,- willen veiligstellen door overboekingen van geldbedragen van de bankrekening van [naam bedrijf 1] . naar zijn privérekening en van zijn privérekening naar de bankrekeningen van familieleden en diverse Zwitserse bankrekeningen.
€ 28.249,- aan [naam medeverdachte 3] heeft betaald. [naam medeverdachte 3] heeft de ontvangst van deze bedragen, in strijd met de binnen Fortis geldende algemene gedragsregels, niet aan zijn werkgever gemeld.
.”
8.Bewezenverklaring
3 april 2012te Laren, in elk geval in Nederland, als degene die ingevolge de Belastingwet verplicht was tot het voeren van een administratie overeenkomstig de daaraan bij of krachtens de Belastingwet gestelde eisen, opzettelijk een zodanige administratie niet heeft gevoerd,
9.Strafbaarheid feiten
10.Strafbaarheid verdachte
11.Motivering straf
Algemene overweging
12.In beslag genomen voorwerpen
Standpunt openbaar ministerie
13.Vorderingen benadeelde partijen
Portaal, gevestigd aan [vestigingsadres 1] , [vestigingsplaats 1], vordert een vergoeding van € 464.830,-- aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente.
De Woonplaats, gevestigd aan [vestigingsadres 2] , [vestigingsplaats 2], vordert een vergoeding van € 233.330,-- aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente.
14.Toepasselijke wettelijke voorschriften
15.Bijlagen
16.Beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden;
-
gelast de teruggave aan de rechthebbendevan:
benadeelde partijen:
- Portaal,gevestigd aan [vestigingsadres 1] , [vestigingsplaats 1] , en
- De Woonplaats, gevestigd aan [vestigingsadres 2] , [vestigingsplaats 2] ,