Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder feit 1 primair en feit 1 subsidiair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder feit 1 meer subsidiair, feit 2 en feit 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering en zal deelnemen aan de gedragsinterventies GI-RN Cognitieve Vaardigheden en GI-GGZ Leefstijltraining.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
1.poging tot bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II
3.openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 365 (driehonderd vijfenzestig) dagen;
198 (honderd achtennegentig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de
proeftijd,die hierbij wordt gesteld op
2 jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;