Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoeker;
- mevrouw [naam 2] , partner van verzoeker;
- de heer [naam 3] , werkzaam bij Avres (hierna: schuldhulpverlening);
- de heer [naam 4] , namens [X] ,
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 juli 2018 uitspraak gedaan in een verzoek tot een dwangakkoord op basis van artikel 287a van de Faillissementswet. Verzoeker, die in 2014 zijn faillissement had opgeheven, had een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers, waarbij elf van de twaalf schuldeisers instemden met het aanbod. Eén schuldeiser, aangeduid als [X], weigerde echter in te stemmen, omdat zij het aangeboden bedrag te laag vond in verhouding tot haar vordering van € 42.319,52, wat 16,4% van de totale schuldenlast vertegenwoordigt. Tijdens de zitting werd duidelijk dat [X] onduidelijkheid had over de baten van het eerder opgeheven faillissement van verzoeker, wat haar beslissing om niet akkoord te gaan beïnvloedde.
De rechtbank heeft de belangen van verzoeker en de overige schuldeisers afgewogen tegen die van [X]. De rechtbank oordeelde dat de aangeboden regeling, die was getoetst door een onafhankelijke partij, het uiterste was wat verzoeker kon bieden. Bovendien zou de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling voor verzoeker en de schuldeisers minder gunstig zijn, gezien de bijkomende kosten. De rechtbank heeft daarom besloten om het verzoek van verzoeker toe te wijzen en [X] te bevelen in te stemmen met de schuldregeling. Tevens werd bepaald dat het door verzoeker gespaarde bedrag ten goede komt aan de schuldeisers en dat de looptijd van de regeling pas ingaat na 17 juli 2018. De rechtbank heeft afgezien van een kostenveroordeling, aangezien verzoeker niet om een kostenvergoeding had verzocht en er geen griffierecht verschuldigd was voor het verzoekschrift.
De beslissing van de rechtbank houdt in dat verzoeker kan doorgaan met het betalen van zijn schulden en dat het subsidiaire verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling is afgewezen. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. J.C.A.M. Los, rechter, in aanwezigheid van mr. H.A. Wolterink, griffier.