ECLI:NL:RBROT:2018:7312
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag en terugvordering voorschot door gemeente Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 6 september 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. De eiser had op 21 september 2017 een aanvraag om bijstand ingediend op grond van de Participatiewet (Pw). De aanvraag werd echter afgewezen omdat de eiser onvoldoende inzicht had gegeven in zijn financiële situatie, met name in verband met stortingen op zijn privérekening afkomstig van bankrekeningen van een bedrijf dat op zijn naam stond. De rechtbank oordeelde dat de eiser niet had aangetoond dat hij niet kon beschikken over de bankrekeningen van het bedrijf en dat hij zijn bijstandsbehoeftigheid niet aannemelijk had gemaakt. Daarnaast had de eiser bezwaar gemaakt tegen de terugvordering van een voorschot dat hem eerder was verleend, maar ook dit bezwaar werd ongegrond verklaard. De rechtbank concludeerde dat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien, aangezien de eiser zijn financiële omstandigheden niet met verifieerbare gegevens had onderbouwd. De uitspraak werd openbaar gedaan en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep aan te tekenen bij de Centrale Raad van Beroep.