2.2De AFM heeft in het primaire besluit tevens medegedeeld dat zij dit besluit, begeleid door een persbericht, op grond van artikel 1:97, vierde lid, van de Wft openbaar zal maken door publicatie daarvan indien de dwangsom wordt verbeurd. Tevens is vermeld dat de AFM in dat geval op grond van artikel 1:97, vijfde lid, van de Wft de eventuele indiening van een bezwaar tegen het bestreden besluit openbaar zal maken. Met de uitspraak van de voorzieningenrechter van 30 april 2018 is dit besluit geschorst tot één week na de beslissing op bezwaar.
3. In de beslissing op bezwaar heeft de AFM geoordeeld dat de last rechtmatig is opgelegd, de schending van de hoorplicht ter zake de openbaarmaking in bezwaar is hersteld, de last is verbeurd en dat ook de openbaarmaking rechtmatig is. [verzoekster] heeft naar de opvatting van de AFM onvoldoende medewerking verleend waardoor zij haar wettelijke medewerkingsplicht heeft overtreden. [verzoekster] heeft onvoldoende inzicht gegeven in de door haar gehanteerde bewaartermijn van telefoongesprekken en de AFM is van mening dat [verzoekster] over meer telefoongesprekken beschikt dan zij in het kader van de last heeft verstrekt. Naar de mening van de AFM heeft [verzoekster] onvoldoende aangevoerd op grond waarvan de openbaarmaking geanonimiseerd zou moeten geschieden dan wel in zijn geheel achterwege zou moeten blijven. De AFM heeft wel besloten de publicatietekst aan te passen door het woord ‘agressieve’ te vervangen door ‘oneerlijke’.
4. Op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Awb, voor zover hier van belang, kan, indien tegen een besluit bij de bestuursrechter beroep is ingesteld de voorzieningenrechter van de bestuursrechter die bevoegd kan worden in de hoofdzaak op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een bodemgeding niet.
5. [verzoekster] betoogt dat met de hoorzitting in bezwaar de eerdere schending van de hoorplicht niet is hersteld. Zij stelt dat diverse bezwaarpunten van [verzoekster] niet (zichtbaar) zijn afgewogen. Over eventuele openbaarmaking van het bestreden besluit of de instelling van beroep is [verzoekster] in ieder geval niet gehoord. Dit betoog faalt.