1.5Bij vonnis van 13 juli 2018 is eiseres veroordeeld tot een taakstraf van 100 uur wegens schuldwitwassen en is een geldbedrag van € 7.000,- als verbeurd verklaard.
Tegen dit vonnis heeft eiseres hoger beroep bij het gerechtshof ingesteld.
2. Verweerder heeft aan het primaire besluit ten grondslag gelegd dat eiseres zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig plichtsverzuim, bestaande uit de volgende gedragingen:
a. het witwassen van uit criminele activiteiten verkregen:
- bedragen en giften;
- maandelijkse betalingen;
b. het inconsistent verklaringen richting het bevoegd gezag, over:
- de verkoop van sieraden;
- ontvangen van bedragen;
- sparen;
c. de relatie met een collega.
3. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het primaire besluit gehandhaafd.
4. Op grond van artikel 50, eerste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR) is de ambtenaar gehouden de plichten uit zijn functie voortvloeiende nauwgezet en ijverig te vervullen en zich te gedragen, zoals een goed ambtenaar betaamt.
Op grond van artikel 80, eerste lid, van het ARAR kan de ambtenaar die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens aan plichtsverzuim schuldig maakt, om die reden disciplinair worden gestraft.
Op grond van het tweede lid van dit artikel omvat het plichtsverzuim zowel het overtreden van enig voorschrift als het doen of nalaten van iets, hetwelk een goed ambtenaar in gelijke omstandigheden behoort na te laten of te doen.
Op grond van artikel 81, eerste lid, aanhef en onder l, van het ARAR kan de disciplinaire straf van ontslag worden opgelegd.
5. Alhoewel de rechtbank kennis heeft genomen van het strafvonnis van eiseres, staat de beoordeling van een disciplinaire maatregel in beginsel los van het oordeel in het strafproces. Volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (de Raad), bijvoorbeeld de uitspraak van 19 juli 2018 (ECLI:NL:CRVB:2018:2202), gelden in het ambtenarenrecht niet de strikte bewijsregels die in het strafrecht van toepassing zijn. Voor de constatering van plichtsverzuim dat tot disciplinaire bestraffing aanleiding kan geven, is voldoende dat op basis van de beschikbare, deugdelijk vastgestelde gegevens de overtuiging is verkregen dat de ambtenaar zich aan de hem verweten gedragingen heeft schuldig gemaakt. De rechtbank is op basis van het onderliggende dossier tot de volgende beoordeling gekomen.
6. Het betoog van eiseres dat zij zich niet schuldig heeft gemaakt aan gedraging a volgt de rechtbank niet.