Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De verdere procedure
2.De verdere beoordeling
De echtelijke woning aan de [adres 1] te Sliedrecht en de daaraan gekoppelde hypothecaire geldlening bij de Deutsche bank met het kenmerk [kenmerk]
De inboedelgoederen van de echtelijke woning
Het saldo op de bankrekening van partijen met nummer [rekeningnummer 1]
De woning aan de [adres 2] te Sliedrecht
‘Winsten in de vorm van een zelfstandig uitgeoefend bedrijf, in de vorm van een maat- of vennootschap, of in de vorm van een vrij beroep verkregen, worden echter eerst tot het begrip “onverteerde inkomsten” gerangschikt, zodra deze winsten aan zodanig bedrijfs- of beroepsvermogen zijn onttrokken en in de privésfeer zijn gebracht.’De man legt ter onderbouwing verscheidene facturen over waaruit blijkt dat de facturen aangaande de verbouwing op naam van de onderneming van de man zijn gezet. Hieruit volgt echter niet dat de kosten van de verbouwing niet uit overgespaarde inkomsten zijn betaald. Uit de tenaamstelling van de factuur volgt niet zonder meer hoe die factuur is betaald en wat de herkomst is van de betaling. Daarbij is er in ieder geval, blijkens een aantekening op een factuur, sprake geweest van contante betaling. Bij contante betaling is, zo begrijpt de rechtbank, het geld uit de onderneming onttrokken en in de privésfeer gebracht.
: geïnvesteerde bedrag afkomstig uit overgespaarde inkomsten= A
De loods en twee woningen aan de [adres 3] te Sliedrecht
De bank-, spaar- en effectenrekeningen
Reclamezuil
De automobielen
De boot van het merk Quicksilver van het type Activ Sundeck en de waterscooter
3.De beslissing
- van € 2.041,- per maand met ingang van de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand tot aan de dag dat de woning aan de [adres 1] te Sliedrecht aan de vrouw of aan een derde is geleverd ,
- van € 3.977,- per maand met ingang van de dag dat de woning aan de [adres 1] te Sliedrecht aan de vrouw is geleverd;
1 AUGUSTUS 2018 PRO FORMA, met verzoek aan de partijen vóór de pro forma-datum inzichtelijk te maken welk bedrag afgestort dient te worden en, voor het geval partijen daarover niet tot overeenstemming komen, een (gezamenlijk) voorstel te doen betreffende de benoeming van een deskundige: