Op 13 december 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak betreffende de verlenging van de uithuisplaatsing van de minderjarige [naam kind 1]. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing in een voorziening voor pleegzorg verlengd tot 28 juni 2020. De zaak werd behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige, de moeder, de bijzondere curator, de pleegmoeder en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige sinds maart 2019 in een netwerkpleeggezin verblijft, waar zij zich positief ontwikkelt en de nodige stabiliteit en aandacht krijgt. De betrokken partijen, waaronder de moeder en de bijzondere curator, hebben ingestemd met de verlenging van de uithuisplaatsing, waarbij ook een omgangsregeling met de ouders is vastgesteld. De kinderrechter oordeelde dat de verlenging van de uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van [naam kind 1]. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.