ECLI:NL:RBROT:2019:10849
Rechtbank Rotterdam
- Proces-verbaal
- M.C. Woudstra
- P. Landman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening en ongegrondverklaring beroep inzake huisverbod op grond van de Wet Tijdelijk Huisverbod
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 22 augustus 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoeker en de burgemeester van de gemeente Rotterdam. De zaak betreft een verzoek om voorlopige voorziening en een beroep tegen een huisverbod dat aan de verzoeker was opgelegd. Het huisverbod was opgelegd op 16 augustus 2019 voor een periode van tien dagen, na een geweldsincident tussen de verzoeker en zijn ex-partner, de achterblijfster. De verzoeker betwistte de noodzaak van het huisverbod en verzocht de voorzieningenrechter om het huisverbod op te heffen. Tijdens de zitting waren zowel de verzoeker als de achterblijfster niet aanwezig, maar hun gemachtigden waren wel aanwezig. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was om het huisverbod op te heffen, omdat de noodzakelijke hulpverlening nog niet was gestart en er geen veiligheidsafspraken waren gemaakt. De voorzieningenrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om voorlopige voorziening af. De uitspraak benadrukt het belang van veiligheid en de noodzaak van hulpverlening in situaties van huiselijk geweld.