ECLI:NL:RBROT:2019:10914

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 april 2019
Publicatiedatum
20 mei 2021
Zaaknummer
10/263629-18
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie

Op 17 april 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van een vuurwapen en bijbehorende munitie. De verdachte, geboren op een onbekende locatie en niet ingeschreven in de basisregistratie, was ten tijde van de zitting preventief gedetineerd. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 13 maanden, maar de rechtbank legde uiteindelijk een straf op van 12 maanden, met aftrek van voorarrest.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 22 december 2018 in Rotterdam een vuurwapen, een Glock pistool, en 9 kogelpatronen voorhanden had. De verdachte had de feiten bekend, waardoor de rechtbank besloot om de bewezenverklaring zonder nadere motivering te doen. De rechtbank concludeerde dat de feiten strafbaar waren en dat er geen omstandigheden waren die de strafbaarheid van de verdachte uitsloten.

Bij de strafoplegging hield de rechtbank rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze waren begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte had eerder strafbare feiten gepleegd, waaronder wapenbezit, en de rechtbank vond het voorhanden hebben van een wapen in een drukke uitgaansgelegenheid bijzonder gevaarzettend. De rechtbank oordeelde dat een gevangenisstraf passend was en dat een voorwaardelijke straf niet aan de orde was. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken op de datum van de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/263629-18
Datum uitspraak: 17 april 2019
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboortpelaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
niet ingeschreven in de basisregistratie personen,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de PI Krimpen aan den IJssel te Krimpen aan den IJssel,
raadsman mr. P.J. Silvis advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 3 april 2019.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A.H.A. de Bruijne heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 13 maanden met aftrek van voorarrest.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 22 december 2018
te Rotterdam een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III
onder 1° van de Wet wapens en munitie,
te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3° van die wet in
de vorm van een pistool van het merk Glock, model 17 , kaliber
9mm
en
munitie in de zin van art. 1 onder 4° van de Wet wapens en munitie,
te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de Categorie
III, te weten 9 kogelpatronen, kaliber 9mm
voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feitenzijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft een vuurwapen met bijbehorende munitie voorhanden gehad en aan personen getoond in een druk bezocht café. Dit wapen was niet doorgeladen, maar wel gebruiksklaar. De ervaring leert dat het voorhanden hebben van een wapen ook vaak leidt tot het gebruik ervan. Het voorhanden hebben van wapens is daarom bijzonder gevaarzettend. Reden waarom daar streng en consequent tegen dient te worden opgetreden.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 4 maart 2019, waaruit blijkt dat de verdachte eerder meermalen is veroordeeld voor strafbare feiten, waaronder voor wapenbezit.
7.3.2.
Rapportage
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 14 maart 2019. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
Betrokkene heeft op dit moment geen vaste woon- of verblijfplaats, heeft geen (verifieerbaar) inkomen en heeft geen dagbesteding. Hij geeft aan door zijn familie te worden onderhouden en zich ook regelmatig op te houden bij een rijke tak van de familie in Turkije. Betrokkene heeft schulden, maar geeft aan niet te weten hoe hoog deze zijn. Betrokkene zegt geen hulp nodig te hebben, ondanks het feit dat er op meerdere leefgebieden problemen lijken te zijn. Betrokkene lijkt geen problemen te ervaren.
Bij een veroordeling adviseren wij een straf zonder bijzondere voorwaarden. Wij zien geen mogelijkheden om met interventies of toezicht de risico's te beperken of het gedrag te veranderen.
De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
Strafverzwarend heeft de rechtbank laten meewegen dat de verdachte al eerder is veroordeeld voor wapenbezit en geweldsdelicten. De rechtbank tilt er zwaar aan dat de verdachte niet heeft geleerd van deze eerdere veroordelingen. Daarbij komt dat het vuurwapen gebruiksklaar was en dat de verdachte het vuurwapen terwijl hij onder invloed was van alcohol in een drukke uitgaansgelegenheid heeft getoond aan meerdere personen.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank een door de raadsman betoogde (deels) voorwaardelijke straf niet aan de orde.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen gevangenisstraf passend en geboden.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op het artikel 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.. Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. I.W.M. Laurijssens, voorzitter,
en mrs. S.N. Abdoelkadir en D.Y.A. van Meersbergen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A-L.H. Wilkens, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 22 december 2018
te Rotterdam een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1° van de Wet
wapens en munitie,
te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3° van die wet in
de vorm van een pistool van het merk Glock, model 17 Gen 4, kaliber
9mm
en/of
munitie in de zin van art. 1 onder 4° van de Wet wapens en munitie,
te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de Categorie
III, te weten 9 kogelpatronen, kaliber 9mm
voorhanden heeft gehad.