Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 (cumulatief) en het onder 2 primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een geldboete van € 75.000,00.
4.Geldigheid dagvaarding
5.Waardering van het bewijs
1. Deze wet is van toepassing op:
noodzaakttot een uitbreiding van de reikwijdte van de WVGS. Deze uitbreiding wordt beperkt tot het verpakken ten behoeve van het vervoer.” (Kamerstukken 2005/06, 30 328, nr. 3, p. 9). De wetgever heeft het kennelijk niet nodig geacht om ook de producent van de verpakking onder de reikwijdte van de WVGS te brengen (ook niet wanneer die verpakking specifiek bestemd is voor het vervoer van gevaarlijke stoffen), terwijl het produceren van verpakkingen nog verder afstaat van een vervoershandeling.
‘vaten (…) zijnde (telkens) geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst’. Taalkundig gezien zijn vaten geen geschriften. Ook in het maatschappelijk verkeer worden zij niet als zodanig gezien. Zowel uit het Wetboek van Strafrecht als uit de wetsgeschiedenis valt niet op te maken dat onder ‘geschrift’ elk voorwerp wordt verstaan waarop letters of cijfers zijn aangebracht. Ook met een kleine inscriptie wordt een vat geen geschrift.
geen enkeleverpakking mag lekken (onderdeel 6.1.5.5.6 ADR). De UN-kenmerken op de verpakking geven (dus) niet alleen aan dat de verpakking overeenkomt met het ontwerptype dat met succes de hydraulische druktest heeft doorstaan, maar ook dat de verpakking zelf de druktest kan doorstaan. Overigens zou een andere uitleg van deze regeling meebrengen dat de plaatsing van een UN-kenmerk voor gevaarlijke stoffen wel een zeer beperkte kwaliteitsstandaard behelst. Uit de bewijsmiddelen volgt dat in de ten laste gelegde periode door medewerkers van de verdachte en het NFI een aantal hydraulische druktesten is afgenomen bij de vaten en dat geen van deze vaten de druktest kon doorstaan. Daarmee is vast komen te staan dat de ten laste gelegde vaten niet voldeden aan de beproevingsvoorschriften, terwijl het UN-kenmerk aangeeft dat een vat wél aan die beproevingsvoorschriften voldoet.
open headvat, zoals de specifiek ten laste gelegde vaten, door de hydraulische druktest kwam. In het dossier bevinden zich verder verscheidene testformulieren die de verklaring van de heer [benadeelde] ondersteunen. In de ten laste gelegde periode (ruim twee jaar) is de hydraulische druktest in totaal dertien keer uitgevoerd bij vaten met de drie in de tenlastelegging genoemde UN-kenmerken. Geen van die vaten kwam door die test. Ook de heer Boom, vicepresident van de verdachte, heeft verklaard dat het een bekend probleem was dat niet alle
open headvaten de hydraulische druktest doorstonden. Stukken waaruit volgt dat vaten met de in de tenlastelegging genoemde kenmerken wel door de test kwamen, zijn door de verdachte niet overgelegd. Ten slotte volgt uit het rapport van het NFI dat alle geteste vaten de meergenoemde druktest niet konden doorstaan.
en
en
nietovereenkwamen met het bij die UN kenmerken
6.Strafbaarheid feit
2.valsheid in geschrift, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd.
7.Strafbaarheid verdachte
8.Motivering straf
9.Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
geldboete van € 40.000,00 (veertigduizend euro);