ECLI:NL:RBROT:2019:2004

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 maart 2019
Publicatiedatum
14 maart 2019
Zaaknummer
6630524 CV EXPL 18-4016
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige cessie en niet-ontvankelijkheid van de vordering

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 8 maart 2019 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Direct Pay Services B.V. en een gedaagde wonende te Hoogvliet Rotterdam. Direct Pay, als rechtsopvolger van Energiedirect B.V., vorderde betaling van een bedrag van € 7.887,10, bestaande uit hoofdsom, rente en buitengerechtelijke incassokosten. De vordering was gebaseerd op een akte van cessie, waar de gedaagde echter tegenin bracht dat deze akte niet rechtsgeldig was omdat deze niet ondertekend was, in strijd met artikel 156 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De gedaagde voerde aan dat er geen rechtsgeldige eigendomsoverdracht had plaatsgevonden en dat relevante passages uit de akte van cessie waren weggelakt.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de akte van cessie niet rechtsgeldig was, omdat de handtekeningen ontbraken en er geen koppeling was tussen de akte en het overdrachtsbestand. De rechter oordeelde dat er geen rechtsgeldige overdracht van de vordering had plaatsgevonden, waardoor Direct Pay niet-ontvankelijk werd verklaard in haar vordering. Tevens werd Direct Pay veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die op € 900,00 werden vastgesteld. De uitspraak benadrukt het belang van een correcte en volledige akte van cessie voor de rechtsgeldigheid van een vordering.

De beslissing van de kantonrechter is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het vonnis bevatte ook bepalingen over de nakosten en wettelijke rente. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en onderstreept de noodzaak voor partijen om zorgvuldigheid in acht te nemen bij het opstellen van juridische documenten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 6630524 CV EXPL 18-4016
uitspraak: 8 maart 2019
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Direct Pay Services B.V. als rechtsopvolger onder bijzondere titel van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Energiedirect B.V.,
statutair gevestigd te Barendrecht, kantoorhoudende te Rotterdam,
eiseres bij exploot van dagvaarding van 27 december 2017,
gemachtigde: Webcasso B.V. te Rotterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te Hoogvliet Rotterdam,
gedaagde,
gemachtigde: mr. E.H.P. Dingenouts te Rotterdam.
Partijen worden hierna aangeduid als “Direct Pay” en “ [gedaagde] ”.

1.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding van 27 december 2017 met producties;
  • de conclusie van antwoord met producties;
  • het vonnis van 4 april 2018 waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
  • de brief zijdens Direct Pay met producties, ter griffie binnengekomen op 9 juli 2018;
  • de brief zijdens [gedaagde] met producties, ter griffie binnengekomen op 12 juli 2018;
  • het proces-verbaal van de op 13 juli 2018 gehouden comparitie van partijen;
  • de akte zijdens Direct Pay van 19 september 2018 met producties;
  • de antwoordakte zijdens [gedaagde] van 14 november 2018 met producties;
  • de akte uitlaten zijdens Direct Pay van 9 januari 2019;
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis nader bepaald op heden.

2.De feiten

2.1
In de door Direct Pay bij brief van 9 juli 2018 overgelegde akte van cessie is het volgende opgenomen:
“(…) zijn de vorderingen na ondertekening van deze Cessie – akte, alsmede, in eigendom overgegaan op Direct Pay. Voor alle duidelijkheid en ter voorkoming van enig misverstand: na ontvangst van de onderhavige door Energiedirct en Direct Pay voor akkoord en rechtsgeldig ondertekende Cessie –akte is sprake van:
  • een rechtsgeldige eigendomsoverdracht (…).
  • een rechtsgeldige aanvaarding in eigendom (…)”

3.De vordering

3.1
Direct Pay heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 7.887,10, bestaande uit € 7.045,93 aan hoofdsom,
€ 113,87 aan rente en € 727,30 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van algehele voldoening en met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure.
3.2
Aan haar vordering heeft Direct Pay - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – het volgende ten grondslag gelegd.
[gedaagde] is ondanks diverse aanmaningen in gebreke is gebleven met de tijdige en volledige voldoening van de - ingevolge tussen Energiedirect B.V. en [gedaagde] op gesloten overeenkomst, ter zake voor de levering van energie - aan haar verschuldigde bedragen. Direct Pay stelt dat Energiedirect B.V. haar vordering op [gedaagde] aan Direct Pay heeft gecedeerd.
3.3
[gedaagde] heeft de vordering betwist en heeft daartoe - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – het volgende aangevoerd.
Er is volgens [gedaagde] geen sprake van een rechtsgeldige cessie. [gedaagde] wijst er op dat Direct Pay haar vordering baseert op een akte van cessie die niet ondertekend is en derhalve ex artikel 156 Rv niet rechtsgeldig is. Daarnaast zijn in de akte van cessie zinnen en zinsneden weggelakt, welke weldegelijk relevant zijn. In deze zinnen wordt namelijk gesproken over de mantelovereenkomst. Dit blijkt uit de concept cessie-akte die is opgenomen in de mantelovereenkomst. Deze mantelovereenkomst is door Direct Pay overgelegd en is gesloten tussen Energiedirect B.V. en Direct Pay.
Voorts is er geen enkele link tussen de akte van cessie en het daarin vermelde overdrachtsbestand. Dit dient tevens tot afwijzing van de vordering te leiden.
3.4
Op de overige stellingen van partijen zal hierna – voor zover relevant – nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1
Een akte is een ondertekend geschrift bestemd om tot bewijs te dienen, aldus artikel 156 lid 1 Rv. Direct Pay heeft bij brief van 9 juli 2018 een niet ondertekende akte van cessie overgelegd. Nu de handtekeningen ontbreken is er geen sprake van een rechtsgeldige akte van cessie. Te meer omdat door partijen specifiek is bepaald dat na ondertekening pas sprake is van eigendomsoverdracht en de aanvaarding daarvan, zie 2.1. Dat deze handtekeningen zouden zijn weggehaald door de gemachtigde van Direct Pay, zoals Direct Pay stelt, komt voor haar rekening en risico. Reeds hierom kan niet worden vastgesteld dat er een rechtsgeldige overdracht van de gestelde vordering door Energiedirect B.V. aan Direct Pay heeft plaatsgevonden. Direct Pay is daarom niet-ontvankelijk in haar vordering.
4.2
Ten aanzien van de akte van cessie wordt in het kader van de gestelde cessie op grond van artikel 3:94 lid 1 BW toch het volgende overwogen. De kantonrechter acht het kwalijk dat (de gemachtigde van) Direct Pay relevante passages uit de akte van cessie heeft weggelakt. Deze relevante passages zien op de aan de akte van cessie ten grondslag liggende mantelovereenkomst tussen Energiedirect B.V. en Direct Pay. Dit blijkt uit de concept-akte in bijlage 3 van de door Direct Pay overgelegde mantelovereenkomst. Zo wordt in één van de weggelakte passages bepaalt dat:
“Conform het bepaalde in de Overeenkomst (…)”. Daaruit blijkt dat de bepalingen in de mantelovereenkomst eveneens in acht dienen te worden genomen bij de akte van cessie.
Op grond van de mantelovereenkomst verkoopt en levert Energiedirect B.V. periodiek vorderingen op klanten/debiteuren aan Direct Pay. In de akte van cessie is opgenomen dat partijen overeen komen dat (met inachtneming van de bepalingen in de mantelovereenkomst) Energiedirect aan Direct Pay in eigendom overdraagt gelijk Direct Pay van T-Mobile overneemt, de vorderingen zoals gespecificeerd in het bijgevoegde overdrachtsbestand dat door Energiedirect digitaal is aangeleverd aan Direct Pay. In het door Direct Pay in het geding gebrachte overdrachtsbestand zijn weliswaar gegevens over de betalingsachterstand van [gedaagde] opgenomen, maar enige koppeling met de akte van cessie ontbreekt.
4.3
Gelet op het bovenstaande kan niet - ook niet achteraf - worden vastgesteld of de vermeende vordering van Energiedirect B.V. op [gedaagde] onderdeel uitmaakt van de cessie waarvan Direct Pay de (vermeende) akte in het geding heeft gebracht. Dat leidt tot de conclusie dat niet is voldaan aan het bepaalbaarheidsvereiste van artikel 3:84 lid 2 BW. Een en ander leidt tot de slotsom dat uit de door Direct Pay ter onderbouwing van de door haar gestelde cessie in het geding gebrachte stukken niet is gebleken van een rechtsgeldige overdracht van de gestelde vordering door Energiedirect B.V. op Direct Pay.
4.4
Direct Pay wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure, begroot op € 900,00 (3 punten à € 300,00) aan salaris voor de gemachtigde van [gedaagde] . De apart gevorderde nakosten zullen worden toegewezen als hierna vermeld, nu de proceskostenveroordeling hiervoor reeds een executoriale titel geeft en de kantonrechter van oordeel is dat de nakosten zich reeds vooraf laten begroten.

4.De beslissing

De kantonrechter:
verklaart Direct Pay niet-ontvankelijk in haar vordering;
veroordeelt Direct Pay in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] vastgesteld op:
- € 900,00 € 900,00 aan salaris voor de gemachtigde, waarvan het totaal rechtstreeks aan die gemachtigde dient te worden voldaan;
en indien Direct Pay niet binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, begroot op:
- € 131,00 € 131,00 aan nasalaris, te verhogen met een bedrag van € 68,00 aan betekeningskosten onder de voorwaarde dat betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden, een en ander voor zover van toepassing te vermeerderen met btw, vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW ingaande veertien dagen na de datum van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het méér of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.M. van Breevoort en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
35386