Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 27 december 2017 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- het vonnis van 4 april 2018 waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- de brief zijdens Direct Pay met producties, ter griffie binnengekomen op 9 juli 2018;
- de brief zijdens [gedaagde] met producties, ter griffie binnengekomen op 12 juli 2018;
- het proces-verbaal van de op 13 juli 2018 gehouden comparitie van partijen;
- de akte zijdens Direct Pay van 19 september 2018 met producties;
- de antwoordakte zijdens [gedaagde] van 14 november 2018 met producties;
- de akte uitlaten zijdens Direct Pay van 9 januari 2019;
2.De feiten
“(…) zijn de vorderingen na ondertekening van deze Cessie – akte, alsmede, in eigendom overgegaan op Direct Pay. Voor alle duidelijkheid en ter voorkoming van enig misverstand: na ontvangst van de onderhavige door Energiedirct en Direct Pay voor akkoord en rechtsgeldig ondertekende Cessie –akte is sprake van:
- een rechtsgeldige eigendomsoverdracht (…).
- een rechtsgeldige aanvaarding in eigendom (…)”
3.De vordering
4.De beoordeling
“Conform het bepaalde in de Overeenkomst (…)”. Daaruit blijkt dat de bepalingen in de mantelovereenkomst eveneens in acht dienen te worden genomen bij de akte van cessie.