In deze zaak vorderen eisers schadevergoeding van Tennet TSO B.V. vanwege een gedoogplicht die hen is opgelegd in het kader van de aanleg van een hoogspanningsverbinding. De eisers, eigenaren van percelen in Bleiswijk, hebben geen overeenstemming kunnen bereiken met Tennet over de hoogte van de schadevergoeding. De gedoogplicht is opgelegd door de minister van Infrastructuur en Milieu, en betreft de percelen die nodig zijn voor de aanleg en instandhouding van de verbinding. Tennet heeft een voorschot van € 12.000,- betaald, maar de partijen zijn het niet eens over de totale schadevergoeding.
De kantonrechter heeft in het tussenvonnis van 29 maart 2019 vastgesteld dat de schade die eisers lijden als gevolg van de gedoogplicht moet worden vergoed, maar dat de waardevermindering van de percelen niet automatisch voor vergoeding in aanmerking komt. De rechter heeft de vordering van eisers om de schadevergoeding vast te stellen, uitvoerbaar bij voorraad, toegewezen, maar heeft ook een deskundigenbericht gelast om de hoogte van de schade te bepalen. De rechter heeft daarbij de verschillende schadeposten besproken, waaronder waardedaling van de percelen, inkomensschade, en kosten voor aanpassing van GPS-apparatuur.
De zaak is complex door de betrokkenheid van de Belemmeringenwet Privaatrecht en de vraag of de schade het gevolg is van de gedoogplicht of van het Rijksinpassingsplan. De kantonrechter heeft de verdere beslissing aangehouden totdat de Hoge Raad zich over relevante rechtsvragen heeft uitgesproken. De zaak zal opnieuw worden behandeld na het deskundigenbericht, waarbij partijen de gelegenheid krijgen om hun standpunten over de deskundige en de vragen die aan deze deskundige moeten worden voorgelegd, kenbaar te maken.