Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[eiser],
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 november 2017, met producties behorende bij de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord van 17 januari 2018, met producties;
- de brief van 7 februari 2018 van de rechtbank, waarin partijen zijn opgeroepen voor een comparitie van partijen;
- de brief van mr. Mazel ( Kamer Beheer c.s.) van 25 juni 2018, met producties;
- het proces-verbaal van comparitie, gehouden op 11 juli 2018;
- de aantekeningen ter comparitie van mr. Mazel;
- de spreekaantekeningen van mr. Serraris (Ernst & Young Belastingadviseurs);
- het faxbericht van 30 juli 2018 van mr. Serraris , in reactie op het proces-verbaal van comparitie;
- het faxbericht van 2 augustus 2018 van mr. Mazel, in reactie op het faxbericht van mr. Serraris van 30 juli 2018.
2.De feiten
f10 miljoen geclaimd. Daartegenover heeft Bols
f2 miljoen ineens aan Goedewaagen overmaakt. Hier heeft Goedewaagen vooralsnog geen reactie op ontvangen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
c.q. lastenuit hoofde van voornoemde ingestelde
vorderingenuitsluitend ten gunste
c.q. ten lastezullen komen van de verkopende partij, zijnde Kamer Beheer B.V.;’ aldus Ernst & Young Belastingadviseurs. Toen vervolgens op uitdrukkelijke instructie van Kamer Beheer c.s. de daadwerkelijke cessie alleen zag op de vordering(en) van Goedewaagen op Bols, heeft Ernst & Young Belastingadviseurs in haar e-mail bij de conceptakte van cessie benadrukt dat zij ervan uit ging ‘dat tussen Kamer Beheer B.V. en de kopende partij is vastgelegd dat eventuele lasten uit hoofde van de door KLM/Bols ingestelde vordering ten laste komen van Kamer Beheer B.V. en dat aan die (schriftelijke) vastlegging rechten kunnen worden ontleend’. Ernst & Young Belastingadviseurs heeft er dus nadrukkelijk op gewezen dat eisers ook het risico van de tegenclaim dienden te dragen en heeft nooit aanwijzingen gekregen van het tegendeel. Kamer Beheer c.s. hebben kennelijk op eigen houtje besloten daar alsnog vanaf te zien.
6.198,00(2,0 punt × tarief € 3.099,00)