Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met producties, ter griffie ontvangen op 5 oktober 2018;
- het verweerschrift met producties van Reaal.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 24 april 2019 uitspraak gedaan in een deelgeschilprocedure. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. A. Karacelik, heeft Myrtax Bewindvoering B.V. en VIVAT Schadeverzekeringen N.V. (handelsnaam Reaal) aangesproken voor schadevergoeding naar aanleiding van een incident op 3 augustus 2017, waarbij de verzoeker letsel heeft opgelopen. De verzoeker stelt dat hij door een onrechtmatige daad van [naam 1], die onder bewind staat, schade heeft geleden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de zaak zich niet leent voor een deelgeschilprocedure, omdat er onvoldoende bewijs is geleverd over de aansprakelijkheid en de feitelijke toedracht van het incident. De rechter heeft geoordeeld dat er geen sprake is van een situatie waarin de deelgeschilprocedure kan bijdragen aan een minnelijke regeling, aangezien er geen noemenswaardige onderhandelingen hebben plaatsgevonden. De verzoeken van de verzoeker zijn afgewezen, inclusief de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de verzoeker niet ontvankelijk is in zijn verzoeken, omdat de aansprakelijkheid van de verweersters niet vaststaat en er geen voldoende onderbouwing is voor de gevorderde kosten. De beslissing is genomen door mr. M. Verkerk en is openbaar uitgesproken.