ECLI:NL:RBROT:2019:3510

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 mei 2019
Publicatiedatum
2 mei 2019
Zaaknummer
7673967 / VV EXPL 19-169
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over tijdelijke ontruiming van huurwoning voor renovatiewerkzaamheden

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 2 mei 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting Havensteder en een huurder. Havensteder, de verhuurder, heeft de huurder verzocht om de woning tijdelijk te ontruimen voor dringende werkzaamheden en renovatiewerkzaamheden. De huurder, die sinds 11 februari 2002 de woning huurt, had aanvankelijk geen schriftelijk akkoord gegeven voor de geplande werkzaamheden. Tijdens de mondelinge behandeling op 18 april 2019 is gebleken dat de huurder welwillend was om de werkzaamheden te laten uitvoeren, maar geen schriftelijk akkoord wilde geven vanwege zorgen over de verhuisvergoeding en de uitvoering van de werkzaamheden.

Havensteder heeft na eiswijziging gevorderd dat de huurder de woning tijdelijk en gedeeltelijk zou ontruimen van 1 juli 2019 tot 6 september 2019, zodat de werkzaamheden uitgevoerd konden worden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Havensteder een spoedeisend belang heeft bij de vordering, aangezien de werkzaamheden op 1 juli 2019 zouden beginnen. Na de mondelinge behandeling heeft de huurder alsnog ingestemd met de uitvoering van de werkzaamheden, wat leidde tot een intrekking van de vordering voor de proceskosten door Havensteder.

De kantonrechter heeft uiteindelijk geoordeeld dat de huurder de gelegenheid moet geven voor de uitvoering van de werkzaamheden en heeft de vordering van Havensteder toegewezen, met de bepaling dat de huurder de woning tijdelijk moet ontruimen. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 7673967 / VV EXPL 19-169
uitspraak: 2 mei 2019
vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de stichting
STICHTING HAVENSTEDER,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: mr. S.A. den Engelsen, advocaat te Rotterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te Rotterdam,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als “Havensteder” respectievelijk “ [gedaagde] ”.

1.Het verloop van de procedure

1.1
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende processtukken:
  • de dagvaarding d.d. 10 april 2019, met producties 1 t/m 6;
  • de door Havensteder overgelegde aanvullende producties 7 t/m 9.
1.2
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 18 april 2019, gelijktijdig met een zevental soortgelijke zaken tussen Havensteder en andere huurders wonende aan [straatnaam 1] te Rotterdam. Ter mondelinge behandeling zijn namens Havensteder verschenen de heren [naam 1] (teamleider), [naam 2] (sociaal begeleider) en [naam 3] (projectleider), bijgestaan door de heren mr. S.A. den Engelsen en mr. P.J. Remmelts als gemachtigden. [gedaagde] is in persoon verschenen. Ter mondelinge behandeling heeft Havensteder haar eis gewijzigd. Van de zijde van [gedaagde] is nog een schriftelijk verweer met producties overgelegd. Partijen hebben ieder het eigen standpunt (nader) toegelicht. Van het verhandelde ter zitting is aantekening gehouden door de griffier.
1.3
Vervolgens is de zaak aangehouden, ten einde [gedaagde] in de gelegenheid te stellen overleg te plegen met haar partner en zich uit te laten over de vraag of zij, op voorwaarde dat de proceskosten worden ingetrokken, alsnog instemt met het verlenen van medewerking voor de uitvoering van de werkzaamheden zoals deze door Havensteder zijn gepland in/aan de door haar gehuurde woning.
1.4
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2.De vaststaande feiten

In het kader van de onderhavige procedure kan van de volgende vaststaande feiten worden uitgegaan.
2.1
Havensteder is eigenaresse van in Rotterdam-Zuid (Vreewijk) gelegen woningen aan [straatnaam 1] , alsmede woningen in de omliggende straten en buurten.
2.2
Havensteder laat verspreid over meerdere jaren diverse werkzaamheden uitvoeren aan 1.400 van haar woningen gelegen te Vreewijk. De werkzaamheden zijn inmiddels bij 600 van de 1.400 woningen afgerond.
2.3
[gedaagde] huurt sedert 11 februari 2002 van (de rechtsvoorgangster van) Havensteder de woning staande en gelegen aan [adres] te Rotterdam.
2.4
[gedaagde] heeft tot aan de dagvaarding geen schriftelijk akkoord gegeven voor het uitvoeren van de door Havensteder geplande werkzaamheden aan de door [gedaagde] gehuurde woning.
2.5
Bij brief d.d. 25 april 2019 heeft Havensteder kenbaar gemaakt dat partijen alsnog tot overeenstemming zijn gekomen ten aanzien van de uit te voeren werkzaamheden.

3.De vordering

3.1
Havensteder heeft na eiswijziging gevorderd bij vonnis in kort geding, zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde] te veroordelen om gelegenheid te geven voor de uitvoering van de werkzaamheden zoals genoemd onder randnummer 5 van de dagvaarding, in/aan het gehuurde aan [adres] te Rotterdam, door Havensteder en/of door haar ingeschakelde derde(n) en [gedaagde] in dit kader te veroordelen om het gehuurde aan [adres] te Rotterdam tijdelijk en gedeeltelijk te ontruimen en te verlaten met alle zich daarin en/of daarop bevindende personen en/of zaken, voor zover deze laatste niet het eigendom van Havensteder zijn, en onder afgifte van alle sleutels ter vrije en algehele beschikking van Havensteder te stellen gedurende:
 de dagen van 1 juli 2019 tot 6 september 2019 voor de onder randnummer 5 van de dagvaarding genoemde werkzaamheden;
II. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van de procedure, waaronder begrepen het salaris en de verschotten van de gemachtigde van Havensteder.
3.2
Aan de vordering heeft Havensteder - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - het volgende ten grondslag gelegd.
3.3
De door Havensteder geplande werkzaamheden aan de door [gedaagde] gehuurde woning zullen starten op 1 juli 2019 en bestaan uit zowel dringende werkzaamheden als renovatiewerkzaamheden. In de brochure “Verbetervoorstel [straatnaam 1] / [straatnaam 2] (even)”, waarvan ook een exemplaar aan [gedaagde] is verstrekt, staan de werkzaamheden opgesomd. Deze werkzaamheden staan tevens onder randnummer 5 van de dagvaarding vermeld.
3.4
Op grond van artikel 7:220 lid 1 BW moet [gedaagde] haar medewerking verlenen aan dringende werkzaamheden, waaronder onderhoudswerkzaamheden moeten worden verstaan. Uit artikel 7:220 lid 2 BW volgt daarnaast dat [gedaagde] ook verplicht is haar medewerking te verlenen aan de renovatiewerkzaamheden als haar een redelijk voorstel is gedaan. De renovatiewerkzaamheden hebben als doel de woning energiezuiniger te maken.
De dringende werkzaamheden die Havensteder wil laten uitvoeren zijn het:
  • vervangen van de houten ondervloer op de begane grond door een vloer die bestaat uit een laag argexkorrels met daarop een wapeningsnet en daarover een zandcement dekvloer;
  • aanbrengen maatregelen om optrekkend vocht te voorkomen;
  • herstellen of vervangen van ramen en deuren in de gevelkozijnen en dakkapellen;
  • herstellen van de gevelkozijnen;
  • schilderen van gevelkozijnen en draaiende delen (binnenzijde in de grondverf);
  • aanbrengen van nieuw hang- en sluitwerk op de nieuwe buitenramen en buitendeuren. Al het nieuwe hang- en sluitwerk voldoet aan de eisen van het Politie Keurmerk Veilig Wonen;
  • vervangen van het dakvenster;
  • herstellen of indien nodig vervangen van de losse berging;
  • vervangen van dakpannen;
  • vervangen van de houten planken aan de zijkant en voorkant van de dakkapellen;
  • nieuwe kleuren aan de buitenkant van onder andere de gevelkozijnen en de voordeur;
  • nieuwe voordeur in een authentiekere uitstraling;
  • vervangen van het glas, de ramen en het ventilatierooster. Waar nodig wijzigt ook de kozijnindeling;
  • vervangen van de bestaande dakgoten;
  • controleren van lekkages op de daken en herstellen;
  • herstellen van kapotte bakstenen;
  • herstellen van het voegwerk;
  • controleren en als nodig herstellen van elektrische-, water- en gasinstallaties;
  • nalopen van de groepenkast en indien technisch noodzakelijk wordt deze uitgebreid of vervangen;
  • vervangen van zachtboard en systeemplafonds door een gipsplafond op de begane grond;
De renovatiewerkzaamheden zijn:
  • aanbrengen van dubbel glas (HR++);
  • isoleren van de spouw van de buitenmuren (indien mogelijk);
  • isoleren van het dak en de dakkapel (van buitenaf);
  • vervangen/aanbrengen van de mechanische ventilatie;
  • vervangen van de centrale verwarmingsketel door een HR-ketel;
  • aanbrengen van een meerpuntssluiting bij de voordeur;
  • aanbrengen van een douchewarmtewisselaar.
3.5
Nadat [gedaagde] aanvankelijk niet liet weten of zij wel of geen gelegenheid wilde geven tot het uitvoeren van de werkzaamheden, heeft er vanuit Havensteder veelvuldig contact plaatsgevonden met [gedaagde] . Dit heeft er toe geleid dat [gedaagde] mondeling heeft ingestemd met de werkzaamheden. Havensteder heeft echter begrepen dat [gedaagde] pas achteraf voor de werkzaamheden een schriftelijk akkoord wil geven. Nu Havensteder er niet zonder meer vanuit kan gaan dat [gedaagde] op 1 juli 2019 de aannemer zal toelaten tot haar woning, heeft zij zich dan ook genoodzaakt gezien om [gedaagde] te dagvaarden en de kantonrechter te verzoeken om [gedaagde] te veroordelen haar medewerking aan de onder rechtsoverweging 3.4 vermeld staande werkzaamheden te verlenen.
3.6
Havensteder heeft een spoedeisend belang bij de onderhavige procedure nu zij op 1 juli 2019 start met de uitvoering van de werkzaamheden in het gehuurde en zij minimaal zes weken voor die datum moet weten of [gedaagde] meewerkt aan de werkzaamheden. Naast de omstandigheid dat het (deels) dringende werkzaamheden betreft, wil Havensteder voorts voorkomen dat zij schade zal lijden. Uitstel van de werkzaamheden leidt daarnaast tot extra overlast voor de woonomgeving en extra kosten voor Havensteder.

4.Het verweer

4.1
[gedaagde] is welwillend om de werkzaamheden te laten uitvoeren. Voorgaande blijkt onder meer ook uit de omstandigheid dat er inmiddels voor 25 april 2019 een afspraak voor de koude-opname is ingepland, alsmede dat de asbestinventarisatie met medewerking van [gedaagde] reeds heeft plaatsgevonden.
4.2
[gedaagde] heeft tot aan de datum van de mondelinge behandeling echter nog geen schriftelijk akkoord willen geven om een aantal redenen. Havensteder is ondanks de bij haar aanwezige activa niet bereid om naar redelijkheid en billijkheid een hoger verhuisbedrag in het vooruitzicht te stellen dan het door haar aangeboden bedrag van € 1.000,-, opdat de huurders hun huis weer in dezelfde staat kunnen terugbrengen zoals deze was voor de werkzaamheden. De door [gedaagde] gehuurde woning is, zo blijkt ook uit de door haar overgelegde foto’s, door haar goed onderhouden en afgewerkt. Het aangeboden bedrag is bij lange na niet toereikend om de woning weer in diezelfde staat terug te brengen. Daarnaast is [gedaagde] van mening dat de tijdspanne waarbinnen de huurders weer dienen terug te verhuizen naar de door hen gehuurde woning en de tijd die zij dan hebben voor de noodzakelijk door hen zelf te verrichten werkzaamheden, te kort is. Voorts vreest zij ervoor dat de renovatiewerkzaamheden niet goed zullen worden uitgevoerd en haar woongenot wordt verminderd.

5.De beoordeling

5.1
Voldoende is gebleken dat Havensteder een spoedeisend belang heeft bij de door haar gevorderde voorziening, zodat zij in zoverre ontvankelijk is in haar vordering.
5.2
Nu ter mondelinge behandeling is gebleken dat [gedaagde] haar medewerking aan de voorbereidende werkzaamheden reeds heeft verleend, heeft Havensteder haar eis verminderd, in die zin dat de vordering voor wat betreft het verlenen van medewerking aan de voorbereidende werkzaamheden, is ingetrokken. Ter mondelinge behandeling heeft Havensteder voorts kenbaar gemaakt dat indien [gedaagde] binnen één week na de mondelinge behandeling alsnog instemt met de uitvoering van de geplande werkzaamheden, zij haar eis wijzigt in die zin dat zij haar vordering voor wat betreft de proceskostenveroordeling intrekt. Tevens heeft zij toegezegd dat vanwege de in de door [gedaagde] gehuurde woning aanwezige vochtproblemen in de muur, de muren op haar kosten zullen worden gestukt en geverfd/behangen.
5.3
Na de mondelinge behandeling heeft Havensteder de kantonrechter bericht dat zij van [gedaagde] alsnog een akkoord voor wat betreft de uitvoering van de werkzaamheden heeft ontvangen. Havensteder heeft de vordering voor wat betreft de proceskosten dan ook ingetrokken. Verzocht is door Havensteder om de tussen partijen overeengekomen regeling op te nemen in een vonnis.
5.4
Het is de kantonrechter gebleken dat partijen tot overeenstemming zijn gekomen. Overeenkomstig die regeling zal hierna in het dictum worden beslist.

6.De beslissing

De kantonrechter,
rechtdoende in kort geding:
veroordeelt [gedaagde] om gelegenheid te geven voor de uitvoering van de werkzaamheden zoals genoemd onder randnummer 5 van de dagvaarding in/aan het gehuurde aan [adres] te Rotterdam, door Havensteder en/of door haar ingeschakelde derde(n) en in dit kader [gedaagde] te veroordelen om het gehuurde aan [adres] te Rotterdam tijdelijk en gedeeltelijk te ontruimen en te verlaten met alle zich daarin en/of bevindende personen en/of zaken, voor zover deze laatste niet het eigendom van Havensteder zijn, en onder afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van Havensteder te stellen gedurende:
- de dagen van 1 juli 2019 tot 6 september 2019 voor de onder randnummer 5 van de dagvaarding genoemde werkzaamheden;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het méér of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Willemsen en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
495