In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 5 juni 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen twee verzoekers en de Vereniging van Eigenaars (VvE) van een appartementencomplex te Capelle aan den IJssel. De verzoekers, beiden wonende in het complex, hebben de VvE verzocht om te verklaren dat een besluit van de vergadering van eigenaars van 14 januari 2019, waarin werd besloten dat de bielzen die de privétuin van de verzoekers afscheiden van de openbare weg als privégedeelte worden beschouwd, nietig is. De verzoekers zijn van mening dat de kosten voor het onderhoud van deze bielzen voor rekening van de gezamenlijke eigenaren moeten komen, omdat deze bielzen noodzakelijk zijn voor het behoud van het hoogteverschil in het complex.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de VvE in haar besluit niet in strijd heeft gehandeld met de wet of de statuten. De vergadering van eigenaars heeft besloten dat de bielzen niet gemeenschappelijk zijn, en dit besluit is niet strijdig met de bepalingen in de splitsingsakte of het Modelreglement. De kantonrechter heeft ook overwogen dat de verzoekers onvoldoende argumenten hebben aangedragen om aan te tonen dat het besluit van de VvE in strijd is met de redelijkheid en billijkheid, zoals vereist door het Burgerlijk Wetboek.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter het verzoek van de verzoekers afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten van de VvE, vastgesteld op € 721,- aan salaris voor de gemachtigde. Deze uitspraak benadrukt het belang van de statuten en de besluiten van de VvE in geschillen over onderhoudskosten binnen een appartementencomplex.