Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 12 januari 2018 en de daaraan ten grondslag liggende processtukken, waarbij de kantonrechter de verzetprocedure met zaaknummer 6242750 \ CV EXPL 17-29115, waarin [gedaagde] in verzet is gekomen tegen het tussen [eiser] als eiser en Sneep Industries Holding B.V., Management Deelnemingen B.V. en [gedaagde] als gedaagden onder zaaknummer 5686746 \ CV EXPL 17-4035 gewezen verstekvonnis van 21 april 2017 (hierna: het verstekvonnis), heeft verwezen naar de handelskamer;
- het tussenvonnis (in de vorm van een brief) van 31 juli 2018, waarbij een comparitie is gelast;
- de nader door [eiser] overgelegde producties;
- het proces-verbaal van comparitie, gehouden op 6 december 2018;
- de brief van 27 december 2018 van [gedaagde] , waarin is gereageerd op het proces-verbaal.
2.De feiten
- Sneep Industries B.V., later gewijzigd in ICT B.V. (hierna: ICT) van 24 mei 2000 tot 11 maart 2015 enig bestuurder (en enig aandeelhouder) is geweest van Personeel Montage;
- Sneep Industries Holding B.V. (hierna: Sneep Industries Holding) sinds 30 mei 2011 enig bestuurder (en enig aandeelhouder) is van ICT;
- [naam bedrijf] , later gewijzigd in Management Deelnemingen B.V. (hierna: Management) van 11 maart 2015 tot 10 september 2015 enig bestuurder is geweest van Sneep Industries Holding;
- [gedaagde] van 15 januari 2014 tot 15 september 2016 enig bestuurder is geweest van Management.
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.121,00(3,0 punten × tarief € 1.707,00)