ECLI:NL:RBROT:2019:5494
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verhuiskostenvergoeding en schadevergoeding bij renovatiewerkzaamheden aan huurwoning
In deze zaak vorderden eisers, [eiser] en [eiseres], een verhuiskostenvergoeding en schadevergoeding van hun verhuurder, Woongoed Goeree-Overflakkee, naar aanleiding van renovatiewerkzaamheden aan hun huurwoning. Eisers stelden dat de renovatiewerkzaamheden, die sinds 1996 aan de woning werden uitgevoerd, hen gedwongen hadden te verhuizen, en dat zij hierdoor schade en hinder hadden ondervonden. De kantonrechter oordeelde dat de verhuiskostenvergoeding niet van toepassing was, omdat eisers niet daadwerkelijk waren verhuisd tijdens de werkzaamheden. De kantonrechter stelde vast dat de eisers in de woning waren blijven wonen en dat de verhuiskostenvergoeding enkel bedoeld is voor daadwerkelijk gemaakte verhuiskosten.
Daarnaast vorderden eisers schadevergoeding wegens vermindering van hun woongenot en een armblessure die [eiseres] had opgelopen. De kantonrechter oordeelde dat de overlast die eisers hadden ervaren als gevolg van de renovatiewerkzaamheden niet voldoende was onderbouwd om een tekortkoming van Woongoed aan te nemen. Echter, de kantonrechter erkende dat er lekkages waren geweest die niet tijdig waren verholpen, wat wel een tekortkoming van de verhuurder opleverde. De schade werd geschat op € 1.500,-, dat Woongoed aan eisers moest betalen, vermeerderd met wettelijke rente.
De vordering tot huurprijsvermindering werd afgewezen, omdat deze betrekking had op een periode vóór de zes maanden voorafgaand aan de dag van dagvaarding. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat beide partijen hun eigen kosten droegen. Het vonnis werd uitgesproken door de kantonrechter op 12 juli 2019.