ECLI:NL:RBROT:2019:6171
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Korting op bezoldiging wegens arbeidsongeschiktheid en de kwalificatie als beroepsziekte
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 30 juli 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een ambtenaar en de Staatssecretaris van Financiën over een korting op de bezoldiging wegens arbeidsongeschiktheid. De eiseres, werkzaam bij de Belastingdienst, had in september 2017 een korting van 30% op haar bezoldiging ontvangen vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid. Eiseres stelde dat haar arbeidsongeschiktheid het gevolg was van bijzondere omstandigheden in haar werk, die haar ziekte als beroepsziekte kwalificeerden. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres sinds 1 maart 2002 in dienst was en dat zij in de periode van 3 februari 2015 tot 17 januari 2016 niet in staat was om te werken. Eiseres ontving gedurende deze periode haar volledige bezoldiging. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, omdat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar arbeidsongeschiktheid was veroorzaakt door werkgerelateerde factoren die als buitensporig konden worden aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat de korting op de bezoldiging terecht was toegepast, aangezien er geen bewijs was dat de arbeidsongeschiktheid als beroepsziekte kon worden gekwalificeerd. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor ambtenaren om voldoende bewijs te leveren voor hun claims over werkgerelateerde ziekten.