ECLI:NL:RBROT:2019:6458
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling op basis van de tienjaarstermijn
Op 4 februari 2019 hebben verzoekers, bijgestaan door een klantmanager schuldbemiddeling van de gemeente Nissewaard, een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling ex artikel 284 van de Faillissementswet (Fw). Dit verzoek werd op 14 februari 2019 door de rechtbank afgewezen op grond van artikel 288, tweede lid, onder d, Fw, dat betrekking heeft op de tienjaarstermijn. Op 17 juli 2019 dienden verzoekers opnieuw een verzoekschrift in, wederom bijgestaan door dezelfde klantmanager. De rechtbank heeft de uitspraak op 30 juli 2019 gedaan.
In de feiten is vermeld dat de schuldsaneringsregeling eerder op 12 juli 2010 was toegepast, maar op 30 juni 2014 beëindigd werd op basis van artikel 350, lid 3, aanhef en onder c en d Fw. De rechtbank oordeelt dat het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling moet worden afgewezen, omdat de tienjaarstermijn niet is verstreken. Er zijn drie uitzonderingen op deze regel, maar geen van deze uitzonderingen is van toepassing in dit geval.
De verzoekers hebben een beroep gedaan op de hardheidsclausule ex artikel 288 lid 3 Fw, maar de rechtbank stelt vast dat de tienjaarstermijn een dwingende afwijzingsgrond is. De wet biedt geen ruimte voor andere uitzonderingen dan die in de wet zijn genoemd. Daarom wordt het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling opnieuw afgewezen. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen en dit vonnis is openbaar uitgesproken op 30 juli 2019. Verzoekers hebben het recht van hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.