ECLI:NL:RBROT:2019:7715
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke geschillen over uitnodigingen en uitkeringsspecificaties in het kader van de Participatiewet
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 3 oktober 2019 uitspraak gedaan in vier bestuursrechtelijke zaken (ROT 18/6101, ROT 18/6154, ROT 18/6521 en ROT 19/913) die betrekking hebben op de rechtsgeldigheid van uitnodigingen voor gesprekken en uitkeringsspecificaties. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. I. Plaisier, heeft beroep ingesteld tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, die haar bezwaren tegen deze uitnodigingen en specificaties niet-ontvankelijk verklaarden. De rechtbank oordeelt dat de uitnodigingen voor gesprekken geen besluiten zijn in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat zij geen zelfstandig rechtsgevolg hebben. Dit betekent dat de bezwaren van eiseres tegen deze uitnodigingen ongegrond zijn.
Daarnaast heeft de rechtbank zich gebogen over de uitkeringsspecificatie van juni 2018, die eiseres betwistte. De rechtbank concludeert dat deze specificatie een herhaling is van een eerder genomen besluit en daarom ook niet als een besluit in de zin van de Awb kan worden aangemerkt. Het beroep van eiseres tegen deze specificatie is eveneens ongegrond verklaard.
In de laatste zaak (ROT 19/913) heeft de rechtbank geoordeeld dat de ontheffing van re-integratieverplichtingen die aan eiseres was verleend, niet in strijd is met de wet, maar dat er geen grondslag is voor een volledige ontheffing van de re-integratieverplichtingen. De rechtbank heeft de beroepen in alle zaken ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.