Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift, tevens houdende vordering ex artikel 7:673 BW, binnengekomen op 26 juni 2019, met producties;
- het verweerschrift, tevens houdende een voorwaardelijk tegenverzoek, binnengekomen op 6 augustus 2019, met producties;
- de (fax)brief van 12 augustus 2019 zijdens [verzoekster] , met aanvullend producties;
- de spreekaantekeningen aan de kant van [verzoekster] ;
- de pleitnotitie aan de kant van RET.
2.De feiten
“(…) Mocht u zich in de toekomst wederom op een dusdanige manier gedragen dat uw functioneren ter discussie staat, dan kan de RET overwegen om rechtsmaatregelen te treffen. (…)”
Tijdens het rijden is het ten strengste verboden om de (mobiele) telefoon (…) (al dan niet met “oortjes”) te gebruiken tijdens het rijden. Dit betekent dus dat er tijdens het rijden niet mee mag worden gebeld, ge-sms’t, geappt en dat het mobiele toestel ook op geen enkele andere wijze mag worden gebruikt. (…)
Tram- en metrobestuurders moeten eveneens hun GSM opbergen tijdens het rijden. Gebruik van tablet/smartphones/GSM is voor en alleen toegestaan om de dienst daarop af te lezen (dit uiteraardniet tijdens het rijden!).
“Dit houdt in dat je ten tijde van je dienst telefonisch bereikbaar moet zijn met de diensttelefoon van de RET die je in ontvangst hebt genomen.”
3.Het geschil
- het op 2 mei 2019 gegeven ontslag op staande voet te vernietigen;
- RET te veroordelen om [verzoekster] binnen 48 uur na betekening van deze beschikking te werk te stellen en haar toe te laten de overeengekomen werkzaamheden te verrichten, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of gedeelte daarvan dat RET in gebreke is of blijft;
- RET te veroordelen te betalen het loon van € 2.779,00 bruto per maand vermeerderd met de vakantiebijslag en overige emolumenten, alsmede de wettelijke rente en verhoging van 50 % vanaf 2 mei 2019 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd;
- RET te veroordelen om binnen één week na (betekening van) deze beschikking de salarisspecificaties te verstrekken vanaf mei 2019 tot en met augustus 2019, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag
primairop de voet van artikel 7:671b lid 1 sub a BW jo. artikel 7:669 lid 3 onder e BW en
subsidiairop de voet van artikel 7:671b lid 1 sub a BW jo. artikel 7:669 lid 3 onder g BW, zonder toekenning van enige vergoeding, met veroordeling van [verweerster] in de proceskosten.