ECLI:NL:RBROT:2020:10713
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Huurachterstand en ontruiming in kort geding
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 14 oktober 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres] en [gedaagde] betreffende een huurachterstand en de ontruiming van een woning. [gedaagde] huurt sinds 19 juni 2017 een woning van [eiseres] en is sinds februari 2020 in gebreke gebleven met het betalen van de huur. De huurachterstand bedraagt € 4.250,- tot en met september 2020. [eiseres] heeft [gedaagde] in kort geding verzocht om het gehuurde binnen zeven dagen te ontruimen en de achterstallige huur te betalen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] de huurachterstand erkend, maar verklaarde dat dit te wijten was aan persoonlijke omstandigheden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [eiseres] een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorzieningen en dat de huurachterstand voldoende is om de ontruiming te rechtvaardigen. De kantonrechter heeft de vordering tot ontruiming toegewezen en [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur en proceskosten. De ontruimingstermijn is vastgesteld op zeven dagen na betekening van het vonnis.