Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 20 december 2019, met producties;
- de conclusie van antwoord, tevens conclusie eis in reconventie, met producties;
- de conclusie van repliek in conventie, tevens conclusie van antwoord in reconventie, met producties;
- de conclusie van dupliek in conventie, tevens conclusie van repliek in reconventie, met producties;
- de conclusie van dupliek in reconventie, tevens houdende een nadere conclusie in conventie;
- de brieven van de gemachtigde van [persoon B] van 29 april 2020 en 12 mei 2020.
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
in conventie
4..De beoordeling van het geschil
procedureel
dit nader geconcretiseerd.
Het gevorderde bedrag € 1.801,- wordt daarom afgewezen.
€ 1.250,- en € 996,80 worden daarom afgewezen.
€ 2.036,50 wordt toegewezen en de vordering in reconventie wordt afgewezen.
De vordering tot vergoeding van de wettelijke rente wordt als onweersproken toegewezen.
Dit betekent dat het toe te wijzen bedrag van € 2.036,50 zal worden vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf heden tot aan de dag van algehele voldoening. Daarnaast komt voor toewijzing in aanmerking de wettelijke rente over € 2.082,50 vanaf 7 februari 2019 tot heden.