Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift ex artikel 7:671b lid 1 sub a jo. 7:669 lid 1 en lid 3 sub d en/of h BW, met producties, ontvangen op 7 oktober 2020;
- het verweerschrift, met producties, ontvangen op 30 november 2020;
- de aanvullende producties zijdens NSR, ontvangen op 2 december 2020.
2..De vaststaande feiten
job alertsper e-mail op de hoogte gehouden van passende vacatures in de interne vacaturebank.
3..Het verzoek
primairde arbeidsovereenkomst te ontbinden op de d-grond als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 BW. Voor het uitoefenen van de functie van Hoofdconducteur is een boa-bevoegdheid vereist. De toezichthouder heeft de boa-bevoegdheid van [verweerder] ingetrokken wegens het niet langer zijn van onbesproken gedrag vanwege een strafrechtelijke veroordeling. [verweerder] is daarom ongeschikt voor het verrichten van de bedongen arbeid. Alleen [verweerder] kan hiervan een verwijt worden gemaakt. Van NSR kan niet langer worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
subsidiairde arbeidsovereenkomst te ontbinden op de h-grond als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 sub h BW. Het intrekken van de boa-bevoegdheid van [verweerder] heeft tot gevolg dat de arbeidsovereenkomst inhoudsloos is geworden. [verweerder] kan niet meer te werk worden gesteld in zijn functie. Van NSR kan niet langer worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
4..Het verweer
5..De beoordeling
primairgebaseerd op de d-grond als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 sub d BW. In dat artikel is bepaald dat onder een redelijke grond wordt verstaan de ongeschiktheid van de werknemer tot het verrichten van de bedongen arbeid, anders dan ten gevolge van ziekte of gebreken van de werknemer, mits de werkgever de werknemer hiervan tijdig in kennis heeft gesteld en hem in voldoende mate in de gelegenheid heeft gesteld zijn functioneren te verbeteren en de ongeschiktheid niet het gevolg is van onvoldoende zorg van de werkgever voor scholing van de werknemer of voor de arbeidsomstandigheden van de werknemer.
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 46).