Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
wonende te [postcode verzoeker] [woonplaats verzoeker] , [adres verzoeker] ,
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 27 november 2020 uitspraak gedaan in een beroep tegen de verlenging van een huisverbod. Het huisverbod was oorspronkelijk opgelegd op 1 november 2020 en verlengd op 9 november 2020. Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen de verlenging van het huisverbod en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting was het duidelijk dat er een partnergesprek had plaatsgevonden, maar dat de veiligheidsafspraken pas na afloop van het huisverbod in werking zouden treden. De voorzieningenrechter oordeelde dat er op dat moment geen aanleiding was om het huisverbod op te heffen, gezien de omstandigheden en het feit dat verzoeker en de achterblijfster niet samen in de woning konden verblijven zonder dat de minderjarige daar last van had. De voorzieningenrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om voorlopige voorziening af. Tevens werd het verzoek om proceskostenveroordeling afgewezen. De uitspraak is gedaan op basis van de Wet tijdelijk huisverbod, waarbij de voorzieningenrechter concludeerde dat het gevaar voor de veiligheid van betrokkenen nog steeds aanwezig was.