Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 30 juli 2018, met 1 productie;
- de conclusie van antwoord, met 3 producties;
- de oproepingsbrieven van deze rechtbank van 21 november 2018;
- de brieven van deze rechtbank van 22 januari 2019 met de mededeling dat de op 28 maart 2019 geplande zitting wegens ziekte van de – op dat moment – behandelend rechter geen doorgang kon vinden en het verzoek om opgave van verhinderdata;
- de oproepingsbrieven van deze rechtbank van 11 februari 2019;
- de zittingsagenda van 14 februari 2019;
- de faxberichten van mrs. Buren-Baks en Pool van 29 maart 2019 met het eenstemmig verzoek de zitting van 1 april 2019 aan te houden in verband met schikkingsonderhandelingen;
- de faxberichten van deze rechtbank van 1 april 2019 waarbij de zaak pro forma is aangehouden tot 15 april 2019;
- de oproepingsbrieven van deze rechtbank van 14 mei 2019;
- de faxberichten van mrs. Pool en Buren-Baks van 17 en 23 mei 2019 met het verzoek een nieuwe datum voor de comparitie te bepalen;
- de brieven van deze rechtbank van 4 juni 2019 met de mededeling dat de op 10 september 2019 geplande zitting niet door zal gaan en het verzoek om opgave van verhinderdata;
- de oproepingsbrieven van deze rechtbank van 17 juni 2019;
- de akte ter voorbereiding op de comparitie van Kleijn, met 1 productie;
- de brief van mr. Buren-Baks van 4 november 2019, met 1 productie;
- de akte eisvermindering van Kawasaki van 19 november 2019;
- de pleitnotities van mr. Buren-Baks en mr. Beukers;
- de comparitieaantekeningen van mr. Pool en mr. Hofman;
- het proces-verbaal van comparitie van 19 november 2019;
- het faxbericht van mr. Buren-Baks van 16 december 2019 met opmerkingen over het proces-verbaal;
- de akte na comparitie van Kawasaki, met 2 producties;
- de antwoordakte na comparitie van Kleijn.
2..De feiten
3..Het geschil
door-to-door’ cognossement afgegeven, waarop in de verhouding K-line/Kawasaki de cognossementsvoorwaarden van toepassing zijn verklaard. Blijkens artikel 23 van de cognossementsvoorwaarden vervalt iedere vordering tegen de
carrier, tenzij er binnen negen maanden na de datum van de beoogde aflevering een procedure is gestart. Daarbij geldt ingevolge artikel 3 sub B onder 3 dat een beperking geldt van USD 2,- per kilogram verloren of beschadigd gewicht. Nu K-Line en Kawasaki een andere limiet zijn overeengekomen, kan Kleijn zich daar ook op beroepen en is zij hoogstens een bedrag van USD 17.828,- verschuldigd.
4..De beoordeling
’uitgegeven document met de titel ‘
[naam titel]’ overgelegd. Uit dit document volgt dat Kawasaki een bedrag van USD 85.000 heeft betaald als schikkingsbedrag (‘
in full and final settlement of our claim’) aan ‘
[naam advocaat] , Attorney-at-law [naam japans advocatenkantoor] for and on behalf of the subrogated underwriter, [naam japans verzekeringsmaatschappij]’ in verband met de claim tegen Kawasaki uit hoofde van het verlies van de navigatieonderdelen.
Carrier’s responsability, if any, for any loss or damage to Goods proven to have taken place during any period other than Water Carriage shall be governed by any relevant provisions contained in any applicable international convention or national law which provisions (a) cannot be departed from by private contract to the detriment of Merchant(…)”.