Op 18 februari 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een verzoek tot rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). De zaak betreft een cliënt die lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, specifiek dementie (type Alzheimer), en die niet in staat is om zelfstandig voor haar zorg en huishouden te zorgen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de cliënt leidt tot ernstig nadeel, waaronder verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. De cliënt weigert de benodigde zorg en begeleiding, wat heeft geleid tot de noodzaak voor een rechterlijke machtiging.
De mondelinge behandeling vond plaats op 18 februari 2020, waarbij verschillende betrokkenen, waaronder de cliënt en haar advocaat, aanwezig waren. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen en dat de cliënt zich verzet tegen opname en verblijf. Gezien de omstandigheden heeft de rechtbank besloten om de machtiging voor een periode van zes maanden te verlenen, tot en met 18 augustus 2020. Deze beslissing is mondeling gegeven door rechter L.A.C. van Nifterick en schriftelijk uitgewerkt op 25 februari 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.