ECLI:NL:RBROT:2020:1776

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 februari 2020
Publicatiedatum
28 februari 2020
Zaaknummer
C/10/591332 / FA RK 20-902
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 21 februari 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren op een onbekende datum en woonachtig in Poortugaal. De officier van justitie had op 12 februari 2020 een verzoekschrift ingediend voor het verlenen van verplichte zorg op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Tijdens de mondelinge behandeling op 21 februari 2020 zijn verschillende documenten overgelegd, waaronder een medische verklaring van psychiater J. Verveer en een zorgplan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een schizoaffectieve stoornis, verergerd door amfetaminegebruik, en dat zijn gedrag leidt tot ernstig nadeel, waaronder verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen mogelijkheden voor vrijwillige zorg zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van drie maanden, tot en met 21 mei 2020, en bepaalde dat medische controles en controle op gedrag-beïnvloedende middelen moeten worden uitgevoerd. De beschikking is mondeling gegeven door rechter L.A.C. van Nifterick en schriftelijk uitgewerkt op 25 februari 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/591332 / FA RK 20-902
Betrokkenenummer: [nummer]
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 21 februari 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes, locatie Albrandswaardsedijk, Kliniek A te Poortugaal,
advocaat mr. K.S. Kort te Rotterdam.

1.Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen op 12 februari 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door J. Verveer, psychiater, van 6 februari 2020;
  • de zorgkaart van 31 januari 2020 met bijlagen;
  • het zorgplan van 9 januari 2020 met bijlagen;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 21 februari 2020, in voornoemde verblijfplaats van betrokkene.
Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
  • M. Veldman, psychiater, verbonden aan Antes, locatie Albrandswaardsedijk te Poortugaal.
1.2.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2.Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Wanneer het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, mits er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er geen minder bezwarende alternatieven zijn, het verlenen van verplichte zorg evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door een psychische stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting blijkt dat betrokkene leidt aan een psychische stoornis, te weten een schizoaffectieve stoornis hetgeen wordt verergerd door het gebruik van amfetamine.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang alsmede de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
Betrokkene is in korte periode dikwijls opgenomen geweest in het kader van een rechterlijke machtiging. In deze periode heeft betrokkene regelmatig gezorgd voor overlast door onder meer zonder aanleiding bij de buren in de nacht aan te bellen. Bovendien kon betrokkene niet goed voor zichzelf zorgen. Zo at betrokkene slecht, in de zin van dat betrokkene vrijwel niet at dan wel dat hij beschimmeld eten at. Betrokkene is hierdoor aanzienlijk vermagerd. Ter zitting blijkt dat het beter gaat met betrokkene. Betrokkene realiseert zich dat hij een slechte periode heeft gehad en daarnaast wil betrokkene ervoor zorgen dat hij stabiel blijft.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Ter zitting heeft de rechtbank zich moeten buigen ten aanzien van de vraag of betrokkene in een vrijwillig dan wel een verplicht kader de behandeling thuis voort mag zetten en welke duur hiervoor passend is.
Ter zitting heeft de psychiater aangegeven dat het goed gaat met betrokkene en dat betrokkene bereid is vrijwillig de behandeling voort te zetten. De psychiater stelt zich op het standpunt dat het verzoek dient te worden toegewezen om als stok achter de deur te hebben. Hiermee wil de psychiater voorkomen dat betrokkene, bij wederom gebruik van middelen, terugvalt in de oude situatie waarbij het ernstig nadeel zal herleven. De psychiater betrekt hierbij dat het de afgelopen maanden, tevens in de thuissituatie, al een keer is misgegaan door het gebruik van middelen. Een zorgmachtiging voor de duur van drie maanden acht de psychiater passend.
Betrokkene weerspreekt dit niet en de rechtbank heeft geen aanleiding voor een ander oordeel.
2.2.2.
De volgende vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is welke vormen van verplichte zorg moeten worden toegewezen. Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting blijkt dat de volgende vormen van verplichte zorg van belang zijn om enigszins, in de thuissituatie, controle uit te kunnen voeren ten aanzien van betrokkene:
 het verrichten van medische controles;
 het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht.
2.2.3.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de duur van drie maanden.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 21 mei 2020.
Deze beschikking is op 21 februari 2020 mondeling gegeven door mr. L.A.C. van Nifterick, rechter, in tegenwoordigheid van M. Mesiha, griffier, en op 25 februari 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.