ECLI:NL:RBROT:2020:179
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag uitkering Participatiewet en terugvordering voorschot
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 14 januari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Participatiewet (Pw), welke door verweerder op 15 juni 2018 werd afgewezen. Tevens werd een reeds betaald voorschot van € 1.142,40 teruggevorderd. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. Hierop heeft eiseres beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 22 november 2019 heeft eiseres, bijgestaan door haar gemachtigde mr. A.D. Lachman, haar standpunt toegelicht. Verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigden mr. A. Blok en een andere gemachtigde. Eiseres betwistte dat zij niet aan haar inlichtingenplicht had voldaan en stelde dat zij voldoende informatie had verstrekt over haar financiële situatie. De rechtbank oordeelde echter dat eiseres niet voldoende duidelijkheid had verschaft over haar financiële situatie, wat noodzakelijk is om het recht op bijstand vast te stellen. De rechtbank baseerde haar oordeel op de relevante artikelen van de Participatiewet en de vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep.
De rechtbank concludeerde dat verweerder terecht de aanvraag om bijstand had afgewezen en het voorschot had teruggevorderd. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.