ECLI:NL:RBROT:2020:2206
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Werkgeversberoep inzake ziekmelding als gevolg van zwangerschap en bevalling
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 maart 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder, dat de uitkering in het kader van de Ziektewet (ZW) aan werkneemster, die zich ziek meldde na haar bevalling, heeft geweigerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat werkneemster op 30 augustus 2018 door een sociaal medisch verpleegkundige is gezien, die concludeerde dat er geen arbeidsongeschiktheid was als gevolg van zwangerschap of bevalling. Eiseres betwistte deze conclusie en stelde dat er wel degelijk een causaal verband was tussen de bevalling en de psychische klachten van werkneemster. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres overwogen en geconcludeerd dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de causaliteit van de klachten. De rechtbank oordeelde dat werkneemster per 30 juli 2018 arbeidsongeschikt is als gevolg van zwangerschap of bevalling. Het beroep van eiseres is gegrond verklaard, het bestreden besluit is vernietigd en verweerder is opgedragen een nieuw besluit te nemen op het bezwaar. Tevens is verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan eiseres.