ECLI:NL:RBROT:2020:2288
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens schending inlichtingenplicht en bestuurlijke boete
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 maart 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. A. el Idrissi, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel, vertegenwoordigd door A.B.E. Donkers-van Laar. Eiseres ontving sinds 4 februari 2015 een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet (Pw). Na een melding van haar aanhouding in verband met een onderzoek naar mensenhandel, heeft verweerder een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening. Eiseres heeft verzuimd om haar werkzaamheden als informeel bankier te melden, wat heeft geleid tot de intrekking van haar bijstandsuitkering per 1 februari 2018 en een terugvordering van € 17.978,53. Daarnaast is haar een bestuurlijke boete van € 5.534,- opgelegd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres de inlichtingenplicht heeft geschonden door geen melding te maken van haar activiteiten als informeel bankier. Dit heeft geleid tot de conclusie dat het recht op bijstand niet kan worden vastgesteld. Eiseres heeft onvoldoende bewijs geleverd om aan te tonen dat zij recht had op bijstand. De rechtbank oordeelt dat de opgelegde boete van € 5.534,- te hoog is en stelt deze vast op € 1.262,78, rekening houdend met de financiële situatie van eiseres. De rechtbank verklaart het beroep tegen het bestreden besluit I ongegrond, maar het beroep tegen het bestreden besluit II gegrond, en vernietigt dit besluit voor zover het de hoogte van de boete betreft. Eiseres krijgt het griffierecht vergoed.