Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[naam gedaagde] H.O.D.N. [handelsnaam] ,
1.De procedure
- de dagvaardingen van 1 mei 2019 met producties,
- de oproepingsexploten van 12 juni 2019,
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie zijdens [naam gedaagde] , met producties,
- de conclusie van antwoord zijdens Stay in Touch Media, met producties,
- de brief van 30 oktober 2019 van de rechtbank, waarbij een comparitie is bepaald,
- de Toelichting (ten behoeve van de comparitie) zijdens Miklomedia,
- het proces-verbaal van comparitie van 13 januari 2020.
2.De feiten
Lieve collega’s,
In januari heb ik per direct ontslag genomen bij uw bedrijf en ben zonder enige spullen vertrokken van mijn werkplek”
Content Creator
3.Het geschil
In conventie
4.De beoordeling
In conventie
ontslagte hebben genomen. Dit laatste duidt erop dat ook in de ogen van [naam gedaagde] sprake was van een veel hechtere contractuele band, dan enkel de band van de onafhankelijke zzp’er met een vaker terugkerende opdrachtgever.
de omstandigheden zoals bij de feiten geschetst” (rn. 47 conclusie van antwoord in conventie). De rechtbank begrijpt dat [naam gedaagde] daarmee doelt op “
het incident in september 2017” (rn. 23 conclusie van antwoord in conventie). Dit wordt bevestigd door wat [naam gedaagde] ter comparitie heeft verklaard. Dit incident en de wijze waarop daar door Miklomedia mee is omgegaan, zo begrijpt de rechtbank de stellingen van [naam gedaagde] , zou de grond voor [naam gedaagde] zijn geweest haar samenwerking met Miklomedia te beëindigen. [naam gedaagde] heeft dit medegedeeld, zo begrijpt de rechtbank [naam gedaagde] nog steeds, middels haar “
neutrale afscheidsmail” van 29 december 2017 (rn. 24 conclusie van antwoord in conventie). De rechtbank begrijpt dit als een beroep op de omstandigheden waaronder het beding is ingeroepen, zoals hiervoor aangehaald onder randnummer 4.10.
Ik wil graag weten wat er de laatste tijd aan de hand is, waarom jij de factureren achterhoudt van mij of elke keer met een excuus komt. Dit is voor mij niet meer leuk werken!” en in haar e-mail van 9 januari 2018, 15:14u “
Dit is geen discussie, het is een feit dat zoals het nu looptvoor mij twijfels brengt voor wat betreft het doorgang in mijn werkzaamheden[vet: rechtbank]”. Het voorgaande kan naar het oordeel van de rechtbank niet anders worden begrepen dan dat de samenwerking in januari 2018 nog steeds onveranderd in stand was, maar dat [naam gedaagde] inmiddels twijfels kreeg over de voortzetting van die samenwerking. Tot slot wordt de stelling van [naam gedaagde] dat zij met de e-mail van 29 december 2017 afscheid had genomen gelogenstraft door haar brief van 9 mei 2018, waarin [naam gedaagde] schrijft “
in januari(…)
per direct” ontslag te hebben genomen. Overigens wederom zonder enige mededeling te doen omtrent de grond voor dat (in haar eigen bewoordingen) ontslag.
3.414,00(2,0 punten × tarief € 1.707,00)
2.804,00(2,0 punten × tarief € 2.402,00)
461,00(1,0 punten × tarief € 461,00)