ECLI:NL:RBROT:2020:2495

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 maart 2020
Publicatiedatum
24 maart 2020
Zaaknummer
ROT 20/1475
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake afgelasten markten door noodverordening COVID-19

Op 19 maart 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen alle marktplaatsvergunninghouders op de warenmarkten in Rotterdam en de voorzitter van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Het verzoek van de vergunninghouders om een voorlopige voorziening te treffen tegen de afgelasting van de markten, die was vastgesteld in de Noodverordening COVID-19, werd afgewezen. De Noodverordening, die op 17 maart 2020 was vastgesteld, bevatte algemeen verbindende voorschriften en kan daarom niet als een besluit worden aangemerkt waartegen bezwaar kan worden gemaakt. De voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek om voorlopige voorziening niet kon worden ingewilligd, omdat de noodverordening niet voldoet aan de vereisten van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De uitspraak werd gedaan zonder zitting, op basis van de ingediende stukken. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 20/1475
uitspraak van de voorzieningenrechter van 19 maart 2020 als bedoeld in artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen
Alle marktplaatsvergunninghouders op de warenmarkten in Rotterdam, verzoekers, gemachtigde: mr. M.C. van Meppelen Scheppink,
en
de voorzitter van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, verweerder.

Procesverloop

Op 17 maart 2020 heeft verweerder de Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (de Noodverordening) vastgesteld. Daaruit volgt dat alle markten in Rotterdam vanwege het corona-virus worden afgelast.
Verzoekers hebben op 19 maart 2020 bezwaar gemaakt tegen het afgelasten van de markten in Rotterdam. Ook hebben verzoekers op 19 maart 2020 de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter doet gelet op artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Indien voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank tegen een besluit bezwaar is gemaakt, kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd kan worden in de hoofdzaak op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Awb op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
3. Het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening richt zich tegen de Noodverordening. Een noodverordening bevat naar zijn aard algemeen verbindende voorschriften zodat deze reeds om die reden, gelet op de artikelen 8:3, eerste lid, aanhef en onder a, en 7:1 van de Awb niet als een besluit kan worden aangemerkt waartegen bezwaar kan worden gemaakt.
4. Het verzoek om voorlopige voorziening wordt afgewezen.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
zaaknummer: ROT 20/1475, Alle marktplaatsvergunninghouders op de
warenmarkten in Rotterdam 2

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.A.C. van Nifterick, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A. Hielkema, griffier.
De uitspraak is gedaan op 19 maart 2020 en openbaar gemaakt door middel van publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
griffier voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.