ECLI:NL:RBROT:2020:2496
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake verbod op markten door noodverordening
Op 19 maart 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen alle marktplaatsvergunninghouders op de Centrummarkt in Dordrecht en de voorzitter van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening tegen het besluit van 12 maart 2020, waarbij de weekmarkt in het centrum van Dordrecht op 13 en 14 maart 2020 werd verboden. Dit besluit werd aan de verzoekers kenbaar gemaakt via WhatsApp. De verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter overweegt dat de noodverordening, die op 15 maart 2020 is vastgesteld, niet als een besluit kan worden aangemerkt. De voorzieningenrechter wijst erop dat de brief van 16 maart 2020, waarin de verzoekers werden geïnformeerd over de noodverordening, ook niet als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht kan worden beschouwd. Hierdoor is er geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen spoedeisend belang is, aangezien het verzoek zich richt tegen een reeds afgesloten periode en de noodverordening algemeen verbindende voorschriften bevat.
Uiteindelijk wijst de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening af en stelt dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 19 maart 2020 en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.