ECLI:NL:RBROT:2020:2564
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 18 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier had op 16 maart 2020 een verzoekschrift ingediend om de op 13 maart 2020 opgelegde crisismaatregel voort te zetten. De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde dag in de rechtbank, waarbij de betrokkene en zijn advocaat, mr. D.H. van Tongerlo, aanwezig waren. Ook werden twee artsen van Antes GGZ gehoord.
De rechtbank beoordeelde of aan de criteria voor een crisismachtiging was voldaan, zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank concludeerde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, die lijdt aan schizofrenie en multi-middelengebruik. De betrokkene had geen ziektebesef en vertoonde gevaarlijk gedrag, wat leidde tot de noodzaak van een voortzetting van de crisismaatregel.
De rechtbank verleende de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, met specifieke verplichte zorgmaatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief was, en wees het verweer van de betrokkene af. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter M.C. Woudstra en schriftelijk uitgewerkt op 25 maart 2020.