ECLI:NL:RBROT:2020:2574
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Voortzetting inbewaringstelling in het kader van de Wet zorg en dwang met telefonische hoorzitting door coronamaatregelen
Op 18 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een mondelinge beschikking gegeven over de voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt, op verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Dit verzoek is ingediend op 16 maart 2020, met bijlagen waaronder een beschikking van de burgemeester en een verklaring van een arts. De mondelinge behandeling vond plaats in het gebouw van de rechtbank, waarbij de cliënt en haar advocaat telefonisch zijn gehoord, evenals een specialist ouderengeneeskunde van de instelling waar de cliënt verblijft.
De rechtbank oordeelt dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de cliënt, die lijdt aan ongespecificeerde neurocognitieve stoornissen. De burgemeester had op 13 maart 2020 een last tot inbewaringstelling afgegeven. De rechtbank concludeert dat de cliënt, die verward en agressief is, 24-uurs zorg en toezicht nodig heeft. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar om het ernstig nadeel te voorkomen.
De rechtbank verleent daarom een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling voor de duur van zes weken, tot en met 29 april 2020. Deze beschikking is mondeling gegeven door rechter M.C. Woudstra en schriftelijk uitgewerkt op 25 maart 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.