ECLI:NL:RBROT:2020:3093
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 26 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier had verzocht om de voortzetting van de op 23 maart 2020 opgelegde crisismaatregel voor een betrokkene, die op dat moment in een zorginstelling verbleef. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene en haar advocaat, mr. T.M. Briggeman, telefonisch zijn gehoord, evenals een psychiater van de zorginstelling. De officier van justitie was niet ter zitting aanwezig.
De rechtbank heeft de criteria voor het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel beoordeeld, zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank concludeerde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, die bekend was met een borderline persoonlijkheidsstoornis en suïcidaal gedrag. Ondanks de ernst van de situatie, oordeelde de rechtbank dat de voortzetting van de opname niet langer doelmatig was, gezien de recente verbetering in het toestandsbeeld van de betrokkene. De rechtbank heeft daarom het verzoek van de officier van justitie afgewezen.
De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.C. Woudstra en is op 1 april 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.