Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het inleidend exploot van dagvaarding van 9 januari 2015, met producties;
- het verstekvonnis van 6 maart 2015;
- de verzetdagvaarding van 13 september 2019, met een productie;
- de brief van 3 maart 2020 aan de zijde van [gedaagde] , met een productie.
2..De beoordeling
Ter regeling van het geschil zal [gedaagde] een bedrag ad € 437,05 voldoen. Nu vanuit het onder gedaagde gelegde derdenbeslag, vanwege bovengenoemd vonnis, een bedrag ad € 1.080,14 door DPS is ontvangen, zal DPS aan [gedaagde] een bedrag ad € 607,09 (€ 1.080,14 -/- €473,05) terugbetalen op een door [gedaagde] aan te geven bankrekeningnummer.
Partijen hebben na uitvoering van het bovenstaande niets meer van elkaar te vorderen en verlenen elkaar alsdan finale kwijting van het onderhavige verschil.