In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 1 mei 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen TUI Nederland N.V. en een gedaagde die een reis had geboekt. De gedaagde had op 10 augustus 2019 een reis geboekt bij TUI, met een vertrekdatum van 25 augustus 2019. Na het boeken heeft de gedaagde op 13 augustus 2019 telefonisch aan TUI doorgegeven dat hij de reis wilde annuleren. TUI heeft hierop een annuleringsfactuur gestuurd voor een bedrag van € 727,12. TUI vorderde in de procedure betaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, omdat de gedaagde in gebreke was gebleven met de betaling.
De gedaagde voerde aan dat hij op basis van de bevestigings-e-mail van TUI en informatie op de website van TUI in de veronderstelling verkeerde dat hij de reis kosteloos kon annuleren. De kantonrechter oordeelde dat TUI onvoldoende had aangetoond dat de gedaagde duidelijk was geïnformeerd over de annuleringvoorwaarden. De rechter concludeerde dat de gedaagde inderdaad kosteloos had kunnen annuleren en wees de vordering van TUI af. TUI werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde op nihil werden begroot.