Op 8 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een verzoek tot rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt met dementie, ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Het verzoekschrift is op 24 maart 2020 ingediend, vergezeld van diverse bijlagen, waaronder een indicatiebesluit en medische verklaringen. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 april 2020 zijn de cliënt, haar advocaat, en verschillende zorgverleners gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten dementie, wat leidt tot ernstig nadeel, zoals verwaarlozing en risico op lichamelijk letsel. De rechtbank oordeelt dat opname en verblijf noodzakelijk zijn om dit ernstig nadeel te voorkomen, en dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn. Ondanks het verzet van de cliënt tegen opname, is de rechtbank van mening dat de criteria voor een rechterlijke machtiging zijn vervuld. De machtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 8 oktober 2020.