ECLI:NL:RBROT:2020:3716

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 april 2020
Publicatiedatum
21 april 2020
Zaaknummer
C/10/594332 / FA RK 20-2343
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging verleend op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met schizofrenie en licht verstandelijke beperking

Op 16 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan een betrokkene die lijdt aan schizofrenie en een licht verstandelijke beperking. De beslissing volgde op een verzoek van de officier van justitie, ingediend op 3 april 2020. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene, die verblijft in een kliniek, geen ziekte-inzicht heeft en zijn medicatie niet wil innemen. Dit gebrek aan inzicht en de ernst van zijn psychische aandoening leiden tot een aanzienlijk risico op ernstig nadeel, waaronder lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank heeft de criteria voor verplichte zorg, zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), toegepast en geconcludeerd dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn voor de noodzakelijke zorg. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, tot en met 16 oktober 2020, en de maatregelen voor verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en toezicht op de betrokkene. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.C. Woudstra en schriftelijk uitgewerkt op 20 april 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/594332 / FA RK 20-2343
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 16 april 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , Marokko,
hierna: betrokkene,
wonende en verblijvende in Antes, locatie Kliniek R te Albrandswaardsedijk 74, 3172 AA te Poortugaal, gemeente Albrandswaard,
advocaat mr. L.M. Deiman te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 3 april 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door drs. L.W.A. Verheij-van Pinxten, psychiater, van 25 maart 2020;
 de zorgkaart van 13 maart 2020;
 het zorgplan van 10 maart 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 16 april 2020.
Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. corona) telefonisch gehoord:
 betrokkene in het bijzijn van M. Oosterwijk, verpleegkundig specialist;
 de hiervoor genoemde advocaat van betrokkene.
1.2.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie, en een licht verstandelijke beperking.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige materiële schade, ernstige financiële schade, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Betrokkene is met rust, goede begeleiding en de juiste medicatie goed in staat door te stromen naar een beschermde woonvorm (BW). Betrokkene zou oorspronkelijk al eerder doorstromen naar een BW, maar werd recent toenemend psychotisch, vanwege onrust veroorzaakt door de verhuizing naar de kliniek ART en de coronacrisis. Op dit moment verblijft betrokkene vrijwillig in de kliniek en is het vooral van belang dat er toezicht op hem wordt gehouden en dat hij zijn medicatie inneemt. Betrokkene vertoont geen ziekte-inzicht of besef en vindt medicatie niet nodig. Betrokkene is chronisch onderliggend psychotisch en ontregelt snel wanneer hij zijn medicatie niet inneemt. Dan wordt hij achterdochtig, nemen zijn gedragsproblemen toe, en is hij dreigend en intimiderend. In het verleden heeft dit geleid tot incidenten met agressie naar anderen toe.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene vertoont geen ziekte-inzicht of besef en de verwachting is dat hij medicatie zal weigeren wanneer dit niet verplicht wordt gesteld.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van medicatie;
 het uitoefenen van toezicht op betrokkene.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten vocht, voeding en opnemen in een accommodatie, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden. Wat opneming in de kliniek betreft is hierbij nog van belang dat betrokkene al enige tijd vrijwillig op de open afdeling van de kliniek verblijft.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden (de rechtbank leest 180 dagen als zes maanden).

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 16 oktober 2020.
Deze beschikking is op 16 april 2020 mondeling gegeven door mr. M.C. Woudstra, rechter, in tegenwoordigheid van mr. C.W. Wapenaar, griffier, en op 20 april 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.