ECLI:NL:RBROT:2020:463

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 januari 2020
Publicatiedatum
22 januari 2020
Zaaknummer
C/10/590021 / FA RK 20-361
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen beslissing tot verlening machtiging voortzetting crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 23 januari 2020 uitspraak gedaan in een beroep van een betrokkene tegen een beslissing van de rechter van 17 januari 2020. De betrokkene verzocht de rechtbank om de beslissing tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel te vernietigen. De procedure is gestart met een beroepschrift dat op 22 januari 2020 is ingekomen.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) een specifieke regeling bevat voor het indienen van beroep tegen crisismaatregelen. Volgens artikel 7:6 Wvggz is het beroep enkel mogelijk tegen de beslissing van de burgemeester tot het nemen van een crisismaatregel, zoals bedoeld in artikel 7:1 Wvggz. Daarnaast bepaalt artikel 7:8 lid 5 Wvggz dat er geen hoger beroep mogelijk is tegen de beslissing van de rechter over het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel.

Op basis van deze wettelijke bepalingen heeft de rechtbank geconcludeerd dat er geen mogelijkheid bestaat voor de betrokkene om beroep in te stellen tegen de beslissing van de rechter. Daarom heeft de rechtbank het beroep van de betrokkene niet-ontvankelijk verklaard. De beschikking is gegeven door rechter M.C. Woudstra en is in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier J.D. Verburg.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team Familie
Zaak- / rekestnummer: C/10/590021 / FA RK 20-361
Beschikking van 23 januari 2020
in de zaak van:
[naam betrokkene],
hierna te noemen betrokkene,
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
wonende te [woonplaats betrokkene] , [adres betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes, onderdeel van Parnassia Groep, locatie Zorgboulevard,
advocaat mr. N. Schuerman te Rotterdam.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit het beroepschrift met bijlagen, ingekomen op
22 januari 2020.

2.De beoordeling

2.1.
Betrokkene verzoekt de rechtbank haar beroep tegen de beslissing van de rechter van 17 januari 2020 tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel gegrond te verklaren en deze beslissing te vernietigen.
2.2.
In de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) is regeling opgenomen voor een beroep tegen de crisismaatregel. Dit beroep ziet op grond van artikel 7:6 Wvggz alleen op de beslissing van de burgemeester tot het nemen van een crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:1 Wvggz. Bovendien bepaalt artikel 7:8 lid 5 Wvggz dat tegen de beslissing van de rechter inzake het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel geen hoger beroep open staat.
2.3.
Gelet op het voorgaande staat geen beroep open tegen de beslissing van de rechter tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel. Daarom verklaart de rechtbank het beroep van betrokkene niet-ontvankelijk.

3.De beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.C. Woudstra, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier J.D. Verburg op 23 januari 2020.