3.1.De curator vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
a. te verklaren voor recht dat [naam 1] en [naam gedaagde 2] (lees: gedaagde sub I en gedaagde sub II) als (gewezen) bestuurders van [naam bedrijf] h.o.d.n. [handelsnaam 1] niet hebben voldaan aan de verplichtingen uit artikel 2:10 BW en/of 2:394 BW en daarom hun taak onbehoorlijk hebben vervuld en dat deze onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement van [naam bedrijf] h.o.d.n. [handelsnaam 1] , alsmede te verklaren voor recht dat [naam 1] en [naam gedaagde 2] ingevolge artikel 2:248 lid 2 BW jegens de boedel hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het bedrag van de schulden van [naam bedrijf] h.o.d.n. [handelsnaam 1] , voor zover deze niet door vereffening van de overige baten kunnen worden voldaan;
althans te verklaren voor recht dat [naam 1] en [naam gedaagde 2] als (gewezen) bestuurders van [naam bedrijf] h.o.d.n. [handelsnaam 1] hun taak kennelijk onbehoorlijk hebben vervuld, op de wijze zoals in de dagvaarding en overige gedingstukken uiteengezet en dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement van [naam bedrijf] h.o.d.n. [handelsnaam 1] , alsmede te verklaren voor recht dat [naam 1] en [naam gedaagde 2] ingevolge artikel 2:248 lid 1 BW jegens de boedel hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het bedrag van de schulden van [naam bedrijf] h.o.d.n. [handelsnaam 1] , voor zover deze niet door vereffening van de overige baten kunnen worden voldaan;
b. [naam 1] en [naam gedaagde 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan de curator van een bedrag, gelijk aan het totale tekort in het faillissement van [naam bedrijf] h.o.d.n. [handelsnaam 1] , zoals dat totale tekort na verificatie zal blijken te zijn, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf faillissementsdatum van 26 januari 2016, althans vanaf 26 september 2016, althans vanaf 17 april 2018, althans vanaf 10 mei 2018, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum tot aan de dag der algehele voldoening;
a. te verklaren voor recht dat [naam 1] en [naam gedaagde 2] als (gewezen) bestuurders van [naam bedrijf] h.o.d.n. [handelsnaam 1] ingevolge artikel 2:9 BW hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die [naam bedrijf] h.o.d.n. [handelsnaam 1] door de onbehoorlijke taakvervulling aan de zijde van [naam 1] en [naam gedaagde 2] heeft geleden, welke schade bedraagt het bedrag van de schulden van [naam bedrijf] h.o.d.n. [handelsnaam 1] , voor zover deze schulden niet door vereffening van de overige baten van [naam bedrijf] h.o.d.n. [handelsnaam 1] kunnen worden voldaan;
b. [naam 1] en [naam gedaagde 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan de curator van de door [naam bedrijf] h.o.d.n. [handelsnaam 1] geleden schade door de onbehoorlijke taakvervulling aan de zijde van [naam 1] en [naam gedaagde 2] , welke schade bedraagt het bedrag van de schulden van [naam bedrijf] h.o.d.n. [handelsnaam 1] , voor zover deze schulden niet door vereffening van de overige baten van [naam bedrijf] h.o.d.n. [handelsnaam 1] kunnen worden voldaan, gelijk aan het totale tekort in het faillissement van [naam bedrijf] h.o.d.n. [handelsnaam 1] , zoals dat totale tekort na verficatie zal blijken te zijn, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf faillissementsdatum van 26 januari 2016, althans vanaf 26 september 2016, althans vanaf 17 april 2018, althans vanaf 10 mei 2018, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum tot aan de dag der algehele voldoening;
a. te verklaren voor recht dat [naam 1] en [naam gedaagde 2] als (gewezen) bestuurders van [naam bedrijf] h.o.d.n. [handelsnaam 1] ingevolge artikel 6:162 BW hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die de gezamenlijke crediteuren hebben geleden in het faillissement van [naam bedrijf] h.o.d.n. [handelsnaam 1] door het onrechtmatig handelen aan de zijde van [naam 1] en [naam gedaagde 2] , welke schade bedraagt het bedrag van de schulden van [naam bedrijf] h.o.d.n. [handelsnaam 1] , voor zover deze schulden niet door vereffening van de overige baten van [naam bedrijf] h.o.d.n. [handelsnaam 1] kunnen worden voldaan, zijnde een bedrag, gelijk aan het totale tekort in het faillissement van [naam bedrijf] h.o.d.n. [handelsnaam 1] , zoals dat totale tekort na verificatie zal blijken te zijn, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf faillissementsdatum van 26 januari 2016, althans vanaf 26 september 2016, althans vanaf 17 april 2018, althans vanaf 10 mei 2018, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum tot aan de dag der algehele voldoening;
IV.
[naam 1] en [naam gedaagde 2] hoofdelijk te veroordelen om aan de curator te betalen de buitengerechtelijke kosten voor een bedrag van € 2.025,89 (zegge: tweeduizendvijfentwintig euro en negenentachtig cent), althans een zodanig bedrag als de Rechtbank in goede justitie vermeent te behoren, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
V.
[naam 1] en [naam gedaagde 2] hoofdelijk te veroordelen voor de gemaakte beslagkosten op grond van artikel 706 Rv;
VI.
met hoofdelijke veroordeling van [naam 1] en [naam gedaagde 2] in de kosten van het geding, te vermeerderen met de nakosten ten belope van € 157,-- (zegge: honderdzevenenvijftig euro) zonder betekening, dan wel € 239,-- (zegge: tweehonderdnegenendertig euro) in het geval van betekening, en – voor het geval voldoening van de (na-)kosten niet binnen de bestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na-)kosten te rekenen vanaf voornoemde gestelde termijn voor voldoening.”