In deze civiele zaak, behandeld door de kantonrechter in Rotterdam, heeft eiseres Adyas People, h.o.d.n. Adyasbouw, een schadevergoeding gevorderd van gedaagden, die zelf procederen. De zaak betreft een geschil over de betaling van een openstaand factuurbedrag van € 4.411,54 voor verbouwingswerkzaamheden aan de zolder van de gedaagden. Adyas heeft gesteld dat de werkzaamheden niet konden worden uitgevoerd vanwege rot in het dak, terwijl gedaagden dit betwisten en de betaling hebben opgeschort. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 19 december 2019 Adyas in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren van de rot in het dak. Adyas heeft schriftelijke verklaringen overgelegd van verschillende personen, maar de kantonrechter oordeelt dat deze verklaringen onvoldoende bewijs leveren. De kantonrechter concludeert dat Adyas niet is geslaagd in haar bewijsopdracht en dat gedaagden terecht de betaling hebben opgeschort. In reconventie heeft gedaagden schadevergoeding gevorderd voor kosten die zij hebben gemaakt als gevolg van het tekortschieten van Adyas, maar deze vordering wordt afgewezen. De kantonrechter heeft uiteindelijk geoordeeld dat gedaagden nog een bedrag van € 960,74 aan Adyas moeten betalen, vermeerderd met wettelijke rente, en dat de proceskosten worden gecompenseerd.