ECLI:NL:RBROT:2020:4872

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 maart 2020
Publicatiedatum
3 juni 2020
Zaaknummer
C/10/593076 / FA RK 20-1691
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 31 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging, aangevraagd door de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. Het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 12 maart 2020, was vergezeld van verschillende bijlagen, waaronder een medische verklaring van psychiater W.T.C.J. Heijnen en een zorgplan. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag zijn zowel de betrokkene als zijn advocaat, mr. J. Oversluizen, gehoord, evenals psychiater J. Tollenaar van Antes. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting op het verzoek nodig achtte.

De rechtbank heeft de criteria voor het verlenen van een zorgmachtiging beoordeeld, zoals vastgelegd in de artikelen 3:3 en 3:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Verplichte zorg kan alleen worden verleend als er sprake is van ernstig nadeel als gevolg van een psychische stoornis en als er geen mogelijkheden voor vrijwillige zorg zijn. Tijdens de zitting bleek dat er geen psychotisch toestandsbeeld meer aanwezig was en dat niet aan de voorwaarden voor verplichte zorg was voldaan. Daarom heeft de rechtbank besloten het verzoek af te wijzen.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter mr. L.A.C. van Nifterick en is op 1 april 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend door de griffier mr. J. Smolders. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/593076 / FA RK 20-1691
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 31 maart 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Erasmus Medisch Centrum, locatie Gravendij te Rotterdam,
advocaat mr. J. Oversluizen te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 12 maart 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door W.T.C.J. Heijnen, psychiater, van
  • de zorgkaart van 10 maart 2020 met bijlagen;
  • het zorgplan van 10 maart 2020 met bijlagen;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 31 maart 2020. Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) telefonisch gehoord:
  • betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
  • J. Tollenaar, psychiater, verbonden aan Antes.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in de artikelen 3:3 en 3:4 van de Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend. Wanneer het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, mits er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er geen minder bezwarende alternatieven zijn, het verlenen van verplichte zorg evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is. Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door een psychische stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen.
2.2.
Tijdens de zitting is gebleken dat er geen sprake (meer) is van een psychotisch toestandsbeeld. Er is niet voldaan aan de voorwaarden voor verplichte zorg. Het verzoek zal worden afgewezen.

3..Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze beschikking is op 31 maart 2020 mondeling gegeven door mr. L.A.C. van Nifterick, rechter, in tegenwoordigheid van mr. J. Smolders, griffier op 1 april 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.